Burundi stuurt Rwandese vluchtelingen terug
Burundi is begonnen met het terugsturen van duizenden Rwandese vluchtelingen, die het afgelopen weekeinde tot „illegale immigranten" waren verklaard. Dat heeft de VN–vluchtelingenorganisatie Unhcr maandag gemeld.
Ongeveer 8000 Rwandese Hutu’s hebben een goed heenkomen gezocht in Burundi sinds lokale rechtbanken in hun eigen land in april begonnen met de vervolging van de schuldigen van de genocide in 1994. Die kostte het leven aan 800.000 Tutsi’s en gematigde Hutu’s. De vluchtelingen vrezen een oneerlijk proces.
Rwanda eiste de terugkeer van de duizenden vluchtelingen. Kigali beschouwt hen als voortvluchtigen. Afgelopen weekeinde spraken de regeringen van beide landen met elkaar over de kwestie. Na afloop van dat overleg verklaarde de Burundese regering dat Rwanda een veilig en stabiel land is en dat er geen grond is om de vluchtelingen langer in Burundi te laten blijven.
Volgens Unhcr–woordvoerster Catherine Lune Grayson zijn sinds zondag al zo’n 3500 vluchtelingen onder dwang gerepatrieerd. In het weekeinde had de VN–organisatie de Burundese autoriteiten nog opgeroepen de operatie uit te stellen zodat eventuele asielaanvragen eerlijk kunnen worden behandeld.
Hulporganisatie Artsen zonder Grenzen (AzG) liet maandag weten dat haar medewerkers geen toegang meer krijgen tot het vluchtelingenkamp Songore. AzG had daar een kliniek maar die wordt nu bewaakt door Burundese militairen. Daardoor zijn de resterende vluchtelingen verstoken van medische hulp.
Ook het Unhcr heeft geen toegang meer tot de vluchtelingen, zo liet de organisatie in een verklaring weten. Het VN–agentschap stelt dat de gedwongen terugkeer in strijd is met internationaal vluchtelingenrecht. Burundi houdt vol dat tot dusver alle vluchtelingen vrijwillig zijn vertrokken.