„Goed, rustig én op tijd je ritten afwerken”
Ze hoorde het nieuws dinsdagmiddag op de autoradio: het is slecht gesteld met de rijvaardigheid, de stratenkennis en de sociale omgang van taxichauffeurs. Haar eerste reactie: „Gelukkig geldt dat niet voor onze chauffeurs.” Wil van Olst rijdt sinds drie jaar voor MK Taxi in Apeldoorn. „Goed, rustig én op tijd je ritten afwerken, dat vind ik een uitdaging in dit vak.”
De Inspectie Verkeer en Waterstaat laat in haar dinsdag verschenen jaarbericht niet veel heel van taxichauffeurs. Ze rijden beroerd, lappen de verkeersregels aan hun laars, kennen de stad niet waar ze hun werk doen, moeten daarom vaak naar de weg vragen, zijn onfatsoenlijk tegen de klant, knoeien met het opschrijven van de rij- en rusttijden en draaien, als ze hun auto willen verkopen, rustig de kilometerstand terug. Een lange lijst aantijgingen.
Probleem is dat iedereen met een rijbewijs taxichauffeur kan worden. Dat blijkt uit het vorig jaar explosief gestegen aantal afgegeven vergunningen: van 3400 naar 5000. Er rijden op dit moment in Nederland zo’n 30.000 taxi’s die per jaar een slordige 1,8 miljard kilometer afleggen.
De overheid kan de wildgroei van onbekwame taxichauffeurs stoppen door strengere regels en extra controle in te stellen, adviseert de Inspectie Verkeer en Vervoer. Ook moet de overheid het pachtsysteem van vergunningen duidelijker regelen. Dat systeem rammelt. De ene chauffeur betaalt duizenden euro’s voor zijn vergunning, terwijl de ander het papiertje bijna voor niets krijgt. In Amsterdam leidde die oneerlijkheid tot een heuse taxioorlog.
Wil van Olst -42 en moeder van twee kinderen- zit 24 uur per week op de taxi in Apeldoorn. De sociale contacten met „allerlei soorten mensen” vindt ze boeiend. „Met de meeste klanten maak ik een praatje. Ik doe veel ziekenvervoer. Die mensen willen vaak hun verhaal kwijt. Zakenlui beginnen minder snel een gesprek. Als een klant met rust gelaten wil worden, respecteer ik dat.”
Soms ziet Van Olst -groene Mercedes E200- collega’s door rood scheuren, anderen de weg afsnijden of voordringen bij het verkeerslicht. „Ik denk dan: Gelukkig werkt die niet bij ons bedrijf. Ik zou me ervoor schamen.” Als het spreekwoord ”de klant is koning” ergens geldt, dan is het wel in de taxiwereld, vindt Van Olst. „Dat wij ons werk goed doen, merk ik aan ons grote aantal vaste klanten.”
Vooral de jongere taxichauffeurs maken het bont op de weg, weet Van Olst. „Er zitten nogal wat studenten bij die zelf geen auto hebben en dit werk als bijbaantje doen. Ze willen alleen maar gassen.” Bij MK Taxi -MK zijn de initialen van eigenaar Marcel Klomp- worden de chauffeurs „met zorg” gekozen, aldus Van Olst. Zelf heeft ze tot nu toe één keer een aanrijding gehad tijdens haar werk. „Ik raakte mijn voorganger omdat die plotseling boven op z’n rem ging staan voor een duif. Ik was natuurlijk fout, maar voordat ik zou remmen voor een duif, zou ik eerst goed in m’n spiegel kijken.”
Vergeleken bij Amsterdam is Apeldoorn een makkie om te rijden. Toch ergert Van Olst zich geregeld. „Overal zijn wegen opgebroken. Vanaf vandaag gaat de Stationsstraat op de schop; die wordt eenrichtingsverkeer. Waardeloos. Apeldoorn heeft veel te weinig taxibanen: zegge en schrijve één.”
Van Olst heeft navigatie aan boord, maar ze gebruikt het systeem zelden. „Ik ken Apeldoorn voor 99 procent uit m’n hoofd.” Als ze een straat een keer niet weet, vindt ze het „geen schande” dat tegen de klant te zeggen. „Die vindt het wel leuk om mij de weg te wijzen.” Van Olst heeft 23 jaar haar rijbewijs. Ze volgde nooit een aanvullende rijopleiding. „Ik zou graag een keer een slipcursus doen.”
Demissionair minister Netelenbos van Verkeer wil op termijn alle taxichauffeurs ertoe verplicht een examen af te leggen. Daarbij zou niet alleen hun rijvaardigheid, maar ook hun geografische kennis en sociale omgang moeten worden getoetst. Van Olst vindt het een prima idee. Ook stemt ze met een ander voorstel van Netelenbos in: een landelijk meldpunt voor klachten over taxivervoer.
Van Olst parkeert haar Mercedes voor revalidatiecentrum Randerode. Een jong stel met hond stapt in. Ze willen naar een café in het centrum. „We hebben dorst. Doe maar het Nieuws van Apeldoorn.” Onderweg blijkt Van Olst niet alleen aandacht voor mensen, maar ook voor honden te hebben. Ineens floept het rechterraam open. Bodi heeft met haar poot een knopje ingedrukt. Als het trio de taxi verlaat, zit de auto rechtsvoorin onder de haren. „Straks maar even uitzuigen”, zegt Van Olst. „Ook honden zijn welkom in de taxi.”