Binnenland

„Blijven zwijgen is heel lastig”

Volkert van der G., verdacht van de moord op Fortuyn, zwijgt nog steeds in alle talen. Hij heeft alleen zijn naam genoemd. Rechtspsycholoog prof. dr. P. J. van Koppen: „Blijven zwijgen is heel lastig.”

J. Visscher
15 May 2002 13:42Gewijzigd op 13 November 2020 23:34

In Nederland heeft een verdachte zwijgrecht. Hij hoeft niks te zeggen, bij de politie niet en bij de rechter ook niet. „Je mag je mond houden”, zegt de Leidse rechtspsycholoog.

Het zwijgen van een verdachte mag in ons land formeel niet in het nadeel van de verdachte uitvallen. In een land als Engeland ligt dat weer iets anders, legt Van Koppen uit. „Daar kan het zwijgen van een aangeklaagde wel belastend zijn. Stel dat een rechter vragen stelt over het feit dat een verdachte bijvoorbeeld een uur voor een moord met het slachtoffer heeft gebeld. Als een verdachte niet op zo’n vraag ingaat, kan dat in zijn nadeel uitpakken.”

Als Van der G. de moord op Fortuyn uit politieke motieven heeft gepleegd, is zijn zwijgen „curieus”, zegt Van Koppen. „Je zou verwachten dat de man dan een boodschap heeft en die aan het volk wil vertellen.”

Uit gesprekken met gedetineerden weet Van Koppen dat blijven zwijgen knap lastig is. „We hebben onszelf in onze cultuur toch een soort gebruik aangeleerd dat we op een gegeven moment wel wat zeggen. Bovendien valt het niet mee als rechercheurs urenlang op je inpraten. Van ’s ochtends tot ’s avonds.”

Bij de verhoren moeten rechercheurs oppassen om koste wat het kost een verklaring bij de verdachte los te peuteren, stelt Van Koppen. „Uit onderzoek van vele decennia blijkt dat de verklaring van de verdachte niet overeen hoeft te komen met de werkelijkheid. Als je wilt kun je mensen dingen laten bekennen die ze niet gedaan hebben. Dat hebben we in de Puttense moordzaak gezien. Je kunt met behoorlijke druk een bekentenis loskrijgen, maar de vraag is of je dan nog aan waarheidsvinding doet.”

Blijft de verdachte zwijgen, dan heeft justitie twee middelen in handen om het bewijs rond te krijgen: getuigenverklaringen en technische sporen. „Als ik op de krantenberichten afga, zijn er nogal wat getuigen rond de moord op Fortuyn. De man is een paar minuten na de moord aangehouden, met een rokend pistool in handen. Wat het technisch bewijs betreft zal justitie allerlei sporen laten onderzoeken door het Nederlands Forensisch Instituut.”

Als een verdachte in Nederland wél praat, „mag hij liegen”, zegt Van Koppen. Leugenachtige verklaringen kunnen tegen een verdachte pleiten. „Stel dat Volkert van der G. zou zeggen: „Ik liep te joggen in Hilversum, zag een pistool en ik ben gaan schieten.” Als allerlei getuigenverklaringen een heel ander beeld van de werkelijkheid geven, kan zo’n opmerking in het nadeel van de verdachte uitvallen.”

Zwijgers zijn in ons land ver in de minderheid. Negen van de tien verdachten leggen een verklaring af. Vaak is dat een bekentenis. Van Koppen: „Als er in een bepaalde zaak veel bewijs is, snapt een verdachte ook wel dat ontkennen weinig zin heeft.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer