Onrust in Bolivia alleen nog maar begonnen
De rellen die eerder deze week de president van Bolivia tot aftreden bewogen en het land zelfs in de buurt van een burgeroorlog brachten, vinden hun oorsprong in de van oudsher scheve verdeling van de macht.
De lang achtergestelde indiaanse meerderheid kreeg in de jaren negentig van de vorige eeuw weliswaar meer zeggenschap, maar heeft zich nog steeds niet meester gemaakt van het landsbestuur.
Dat zal binnenkort veranderen. De inmiddels aangetreden interim-president Eduardo Rodriguez is grondwettelijk verplicht om binnen zes maanden verkiezingen uit te schrijven. De komende stemming zal de meer traditionele politieke partijen van het land zeer zeker van de electorale kaart vegen.
Zoals de afgelopen week bleek tijdens de massale protesten en stakingen, heeft het indiaanse bevolkingsdeel geen graantje vertrouwen in de gevestigde orde. Bolivia’s armen scharen zich achter Evo Morales van de socialistische beweging MAS. Deze nieuwe partij is voortgekomen uit een aantal belangenorganisaties van cocaboeren. Morales begon zijn carrière in de politiek dan ook als boerenleider.
Evo Morales en zijn MAS zien in de ultranationalistische president Hugo Chavez van Venezuela hun lichtend voorbeeld. Morales pleit, net als Chavez, voor een revolutie die tot doel moeten krijgen het arme deel van de bevolking te emanciperen. Hiertoe wil Morales de staat weer een prominente rol geven in het economische leven. Het ongedaan maken van eerdere privatiseringen staat hoog in zijn vaandel.
In Venezuela kan de regering zich een minder doordacht beleid makkelijk permitteren. Dat president Chavez zijn land niet in de afgrond stortte, is voornamenlijk te danken aan forse fiscale meevallers. De hoge internationale olieprijs levert Venezuela miljarden dollars aan extra inkomsten op.
Bolivia zit op een flinke aardgasbel. De exploitatie daarvan, waarbij Morales geen buitenlands kapitaal wil betrekken, moet de toekomstige welvaart van het land financieren. Maar aardgas is geen olie. En de gasbel is wel groot, maar nu ook weer niet zodanig dat het aardgas dadelijk Bolivia er helemaal bovenop kan helpen.
Bolivia is het armste land in Zuid-Amerika. Er bestaan amper wettelijke mechanismen om welvaart te scheppen. Investeerders mijden Bolivia omdat zij er op de ene dag welkom zijn, en op de volgende dag weer moeten heengaan, vaak met achterlating van hun bezittingen. Jaren wanbestuur hebben de indianen vanzelfsprekend achterdochtig gemaakt.
De bestaande politieke elite heeft afgedaan. Dat boerenleiders als Evo Morales of de nog radicalere Felipe Quispe in de bres springen valt ook te begrijpen. Maar zij zullen geen soelaas brengen.
Er zijn maar drie landen in Latijns Amerika die de armoedespiraal hebben doorbroken. Chili, Mexico en Uruguay deden dat met een uitgekiend en vooral orthodox beleid dat pas na lange jaren van geduld vruchten afwerpt.
In Bolivia, en ook elders op het continent, willen populistische leiders als Morales het wiel opnieuw uitvinden. Zij zullen hun volgelingen teleurstellen, waardoor deze nog wanhopiger zullen raken dan zij nu reeds zijn. De onrust in Bolivia is daarmee alleen nog maar begonnen.