Kerk & religie

Besluit over vrouw in het ambt vormt obstakel

Leek landelijke eenwording met de Nederlands Gereformeerde Kerken op de vorige synode van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (2002) ineens dichtbij, drie jaar later lijkt het perspectief daarop beduidend minder.

Kerkredactie
10 June 2005 21:36Gewijzigd op 14 November 2020 02:38

„In Zuidhorn was sprake van een verrassende wending”, memoreerde ds. H. ten Brinke, lid van het deputaatschap kerkelijke eenheid, vrijdagmorgen op de generale synode van de GKV in Amersfoort. „In Leusden, in 1999, was er nog weinig perspectief. De omslag in Zuidhorn was van dien aard dat er zelfs een soort euforie ontstond: „Op deze manier worden we nog eerder één met de Nederlands Gereformeerde Kerken dan met de Christelijke Gereformeerde Kerken.””

Anno 2005 lijkt eenwording met de NGK op lándelijk niveau echter verder weg dan ooit. Een van de grootste obstakels bleek gisteren het recente besluit van de Landelijke Vergadering (generale synode) van de NGK om het ambt van ouderling en -in principe- dat van predikant open te stellen voor vrouwen.

„Wat heeft de NGK hiertoe bewogen?” vroeg ds. C. van den Berg (Amersfoort), een van de vijftien afgevaardigden die het woord vroegen. „Dit besluit staat op gespannen voet met de Schrift. Daar komt bij dat de relatie met de GKV en de CGK er de NGK kennelijk niet van weerhouden heeft om dit besluit te nemen. Dat doet mij zeer.”

Ouderling A. van Hoffen (Emmen) stelde de vraag of het besluit van de NGK voor de GKV geen reden moet zijn om de samensprekingen die er op plaatselijk niveau zijn ter discussie te stellen. „Diverse briefschrijvers zijn van mening dat deze samensprekingen, of kanselruil, beëindigd moeten worden. Is dat niet het gevolg van het besluit van de LV, een besluit dat niet op Gods Woord is gegrond en waarin de NGK een eigen weg zijn gegaan? Aan het begin van deze synode is gezegd: „Wees helder in je besluiten, draai er niet omheen.” Moeten wij nu geen helder signaal afgeven?”

Deputaten stellen de synode voor te besluiten „met teleurstelling” kennis te nemen van de uitspraak van de LV. Verschillende afgevaardigden vinden dit echter te zwak uitgedrukt. Ds. J. M. A. Groeneveld (Bedum): „Mijn gevoel is meer dat van verdriet, van grote teleurstelling.”

De voorzitter van de Nederlands gereformeerde commissie voor contact en samenspreking met andere kerken, Ad de Boer, had in zijn toespraak gezegd dat het LV-besluit „onontkoombaar” was geweest. „Al op de LV van Wezep, in 1978, lag een voorstel op tafel om deze thematiek in studie te nemen. Was de suggestie van uw deputaten om de studie samen te verrichten tien of vijftien jaar geleden gekomen, dan zouden we die omhelsd hebben. Was toen het klimaat tussen onze kerken zo geweest als nu, dan hadden we die gemeenschappelijke studie zelf voorgesteld. Maar zo is het niet gegaan en verder uitstel was na al die jaren echt onmogelijk.”

„Broeder Den Boer zegt dit nu wel”, merkte ds. Groeneveld op, „maar waarom is er vanuit de NGK dan nooit een signaal naar ons uitgegaan?”

Ds. R. R. Roth (Breda) keerde het juist om. „Deputaten kunnen nu wel zeggen dat zij teleurgesteld zijn omdat de NGK deze thematiek niet samen met ons hebben doordacht, maar ik kan mij niet herinneren dat door ons sinds 1978 ooit de wens is geuit om hiermee samen bezig te zijn. Is hier geen sprake van krokodillentranen?” Zeker is in elk geval, aldus de predikant, „dat wij ook een keer door deze vragen heen zullen moeten gaan.”

Ds. J. Ophoff (Zwijndrecht) bepleitte eveneens „een bepaalde bescheidenheid van onze kant. Stel dat wij over tien jaar een besluit zouden nemen over de vrouw in het ambt, misschien met andere gronden, maar uiteindelijk hetzelfde als dat van de NGK? Hoe zullen we dan op de huidige discussie terugkijken?”

Meerdere afgevaardigden kritiseerden vrijdag ook de in hun ogen nog altijd bestaande onduidelijkheid over de vraag in hoeverre de NGK zich willen binden aan Schrift en belijdenis én hoe zij elkaar onderling aanspreken op afwijking daarvan. Ds. Schreuder (Spakenburg): „Het gíng bij de scheuring in de zestiger jaren wel ergens om. De centrale vraag was: Hoe betonen wij kerk te zijn? Moeten we uit liefde ook dwalingen maar tolereren? En over die vraag bestaat landelijk nog steeds een fundamenteel verschil tussen de GKV en de NGK.”

Deputaat ds. Ten Brinke zei het gesprek met de NGK in elk geval niet stop te willen zetten. „Het is te vroeg om nu te zeggen: Het NGK-rapport over de vrouw in het ambt is onbijbels, dus het is nu over en uit.”

De gesprekken die er zijn gevoerd -over de binding aan de belijdenis, over de uitverkiezing- zijn heilzaam geweest, merkte deputaat ds. H. Hoksbergen op. „Natuurlijk hadden wij meer gewild. Maar wij stellen toch met dankbaarheid vast dat er beweging is.”

De suggestie van ds. Schreuder om in de besluittekst de vraag op te nemen of er uitzicht op is dat de NGK een ondubbelzinnige uitspraak over de belijdenis zullen doen, wees ds. Hoksbergen van de hand. „Wij weten in het proces met de NGK dat wij verder komen. Een dergelijke vraag heeft te zeer het karakter van een ultimatum. Zo’n benadering botst met de procesmatige benadering die wij voorstaan.”

De synode zal zich later in een tweede ronde bezighouden met de contacten met de NGK.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer