Sta op
De Heere zei tot de Samaritaan: „Sta op.” Echter, als u niet wilt, zult u eenmaal móéten opstaan, tegen uw wil in. Als u dit eerste „Sta op”, door de stem van uw leraar gesproken, niet wilt horen, zult u het laatste „Sta op”, door de stem van de Archangel gesproken, eens moeten horen.U zegt: „Ik zal wel opstaan, maar nu nog niet.” Dat is geen verontschuldiging, want straks in de dag van het oordeel zult u moeten opstaan. In een ogenblik, als de laatste bazuin klinkt. U zult dan tot de bergen zeggen: „Valt op ons en verberg ons.” U zult echter moeten opstaan en voor Zijn aangezicht verschijnen.
Uit dit „Sta op” klinken twee stemmen. De ene stem is die van het Evangelie. Die spreekt van genade. Wij smoren die stem door naar de geluiden van de zonde, de wereld en de duivel te luisteren.
De andere stem is die van de Archangel, die spreekt van oordeel. Die stem kan niet gesmoord worden. De laatste preek die de hele wereld zal horen is: „Sta op, gij doden, komt ten oordeel.”
Wie op het bed van zorgeloosheid en zekerheid slaapt, zondigt geducht, zonder op te schrikken. Als hij eens opschrikt en ontwaakt, zal hij nooit meer slapen.
De wereldling slaapt met beide zielsogen gesloten en zijn ziel ontwaakt pas als zijn lichaam op zijn sterfbed in slaap valt. O, zie dan dat uw zielsogen voordat de laatste preek gehouden wordt, geopend zijn.
Thomas Adams, predikant te Schotland (Engelse boetpredikatiën, 1661)