Bemoeiallen
Met de bodemprocedure die het Proefprocessenfonds Clara Wichmann tegen de staat en de SGP heeft aangespannen, is iets vreemds aan de hand. Terwijl de dagende partij, het proefprocessenfonds, pretendeert namens duizenden te spreken, is de belangstelling voor het proces minimaal. Van de acht ondersteunde organisaties is amper één vertegenwoordiger op de publieke tribune aanwezig, terwijl de aangekondigde demonstratie voor het rechtsgebouw uit een handjevol beroepsquerulanten bestaat.Daarmee is niet gezegd dat er in de samenleving geen kritiek is op het vrouwenstandpunt van de SGP, maar wel dat degenen die zich er zodanig over opwinden dat ze ervoor in de benen komen, slechts klein in aantal zijn.
Ondertussen is het fanatisme van die kleine voorhoede verbazingwekkend. Want waar in onze samenleving op elke straathoek de tolerantie wordt gepredikt, houdt deze verdraagzaamheid plotseling op als er een groep mensen is die een modern dogma als de volledige gelijkstelling van man en vrouw niet zomaar overneemt. Op dat moment gaan mensen zich opeens verregaand bemoeien met andermans zaken.
Want daarvan is in feite sprake. Het zijn immers momenteel geen SGP-vrouwen die zich misdeeld voelen en hun eigen partij voor de rechter slepen. Het zijn buitenstaanders die op de keper beschouwd totaal geen last hebben van de SGP, maar die zich van een afstandje ergeren aan dat ’fundamentalistische’ partijtje en die SGP-vrouwen het gevoel van gediscrimineerd te worden, opdringen.
Natuurlijk betekent het feit dat er intern geen protest komt tegen het partijstandpunt niet dat alle SGP-vrouwen zich in dat standpunt kunnen vinden. Voor velen, vooral jonge vrouwen, is dat niet het geval. Maar het betekent wel dat deze vrouwen het sop de kool niet waard vinden. Zij concentreren zich liever op andere zaken. Op hun studie, gezin, of op de mogelijkheden tot participatie die wél voorhanden zijn.
Die vreemde tegenstrijdigheid van met de mond beleden tolerantie en in de praktijk getoonde bemoeizucht, troffen we onlangs ook al aan in het debat over schepping, ID-leer en evolutie. Ook daar de drang van een groep mensen om het algemeen gangbare gedachtepatroon in Nederland aan iedereen op te dringen. Het eigen geluid over het ontstaan van de wereld mag op een christelijke school nog wel klinken, maar dan teruggedrongen in het compartiment van de godsdienstles.
Een sterk argument van het proefprocessenfonds lijkt te zijn dat er in de SGP niet eensluidend wordt gedacht over deelname van vrouwen aan politiek. Blijkbaar leidt de gereformeerde godsdienstige overtuiging niet automatisch en eenduidig naar een verbod op vrouwenlidmaatschap, redeneert het fonds.
Die variëteit binnen de SGP valt niet te ontkennen. De partij doet er daarom verstandig aan ruimte te geven aan intern debat, kritische geluiden van partijgenoten serieus te nemen en te blijven uitstralen dat mensen die anders denken over de betrokkenheid van vrouwen volwaardige SGP’ers zijn en blijven.
Maar het proefprocessenfonds moet niet menen binnen de partij een zeker bruggenhoofd te hebben. Daarvan is in het geheel geen sprake. Want wat progressieve SGP’ers ook mogen vinden van de rechten van vrouwen, je komt er geen een tegen die zegt: Laat mijn partij alsjeblieft door de rechter gedwongen worden vrouwen toe te laten. Integendeel. Dwang van buitenaf werkt in de partij solidariserend. Dan worden de gelederen gesloten en zegt elke staatkundig gereformeerde: Laat ons alstublieft onze eigen boontjes doppen. Jammer dat de bemoeiallen van het voormalige Clara Wichmann dat niet inzien.