„Staat moet biotech steunen”
Om niet achterop te raken bij de VS of Aziatische landen moet de Nederlandse overheid investeren in de ontwikkeling van biotechnologie. „Nederland kan zich ontwikkelen tot een hotspot voor biotechnologie, maar als we niets doen, halen we straks al onze biotechproducten uit India, China of Japan.”
Dat zei Ernst & Young-onderzoeker P. Lucas dinsdagmiddag tijdens de presentatie van ”Beyond Borders”, een jaarlijks rapport over de wereldwijde omvang van de biotechsector.
In veel landen slagen bedrijven erin om met behulp van overheidssteun en particulier kapitaal biotechnologische vondsten om te zetten in succesvolle producten, aldus Lucas. De houding van de Nederlandse overheid stelt hem echter teleur. „Men stelt hier de verkeerde prioriteiten. Er gaat moeiteloos 350 miljoen naar de herinrichting van het Wieringermeer, maar voor biotechnologie is geen geld.” Volgens Lucas moet de overheid biotechbedrijven fiscaal steunen en zorgen voor een betere samenwerking tussen universiteiten.
Zonder overheidssteun wisten Nederlandse biotechnologiebedrijven in 2004 toch goed te presteren. Lucas: „Pharming bloeide weer op tot een van de best presterende aandelen op de Amsterdamse beurs en Crucell kwam in de Midkap-index.” Verder profiteerden Nederlandse bedrijven van groeiende belangstelling uit Amerikaans-wetenschappelijke hoek, wat leidde tot diverse samenwerkingsverbanden.
Hoewel Amerikaanse bedrijven vorig jaar nog 78 procent van de wereldwijde omzet in de biotechnologie genereerden, neemt de concurrentie uit andere delen van de wereld snel toe. Naast Europa spelen Aziatische landen als India, China en Japan hierin een belangrijke rol. Via overheidssteun proberen deze landen zich te ontwikkelen tot „biotechnologische hotspots”, meent Lucas. „Biotech wordt daar gezien als belangrijkste factor in het terugdringen van armoede, honger en werkloosheid.”
Lucas denkt dat de meeste nieuwe productregistraties de komende jaren uit biotechnologieproducten zullen bestaan. Vooral op medicijngebied verwacht hij veel. „Innovatie in de biotechnologiesector is de motor achter de farmaceutische industrie. Meer dan de helft van de geneesmiddelen die zich op dit moment in de eindfase van onderzoek bevinden, is ontwikkeld op basis van biotech.”
Daarnaast zal ook het relatief nieuwe gebied van de industriële biotechnologie een belangrijke rol gaan spelen. Lucas: „Traditionele productieprocessen in verschillende industrieën, variërend van textiel tot plastics, zullen hierdoor ingrijpend veranderen. Het Nederlandse DSM speelt hierin al een belangrijke rol.”
Uit het rapport blijkt verder dat de wereldwijde omzet in de biotechnologische industrie vorig jaar met 17 procent is gestegen tot 54,6 miljard dollar (44,8 miljard euro). In 2003 was dat nog 46,6 miljard dollar. Volgens Ernst & Young blijft de biotechnologie daarmee een belangrijke industriële groeisector. Toch maakt de sector als geheel nog geen winst. In 2004 boekten biotechbedrijven een gezamenlijk verlies van 5,3 miljard dollar. Het adviesbureau verwacht dat er pas tegen 2010 voor het eerst winstgevende biotechbedrijven zullen zijn.