„Gaat in uw binnenkamer”
„Niet één woord in de Bijbel is zo actueel als dit: Maar gij, wanneer gij bidt, gaat in uw binnenkamer en bidt, smeekt om de Geest van Christus. Waar is de Heere, de God van Elia? vroeg Elisa bij het heengaan van Elia. Is Zijn arm verkort? Nee. Die God leeft nóg. Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in eeuwigheid.”
De Singelkerk in het hart van Ridderkerk zat maandagavond tot de nok toe vol. Achtergrond van de bezinningsavond met als thema ”Hoort des Heeren Woord” waren de recente ontwikkelingen, voornamelijk die rond de dood van Pim Fortuyn. De avond was belegd in plaats van een SGP-verkiezingsbijeenkomst. Ds. G. J. van Aalst, predikant van de gereformeerde gemeente te Ridderkerk, ds. K. ten Klooster, hervormd predikant in dezelfde plaats, en de christelijke gereformeerde ds. K. Visser uit Barendrecht verzorgden een inleiding.
Als de God van Elia zich niet over ons land en volk ontfermt, zullen wij niets in beweging kunnen brengen, zei ds. Ten Klooster naar aanleiding van de gebedsroep van Elisa uit 2 Koningen 2:14. „Als Hij de kandelaar van Zijn Woord wegneemt, zal de duisternis werkelijk zichtbaar worden. Aan de andere kant: één wenk van Gods alvermogen en de kerk zal weer tot bloei komen.”
Ik vrees, zei ds. Ten Klooster, „dat dit gevoel niet diep genoeg in onze harten is verzonken. Hoe ontbreekt ons de overtuiging dat de God van Elia de volstrekt soevereine is en wij geestelijk dood zijn. Hoe nodig is het dat God ons een andere Geest geeft.
Waar is de Heere, de God van Elia? De God van Luther en Calvijn? Dat we eens met Job zouden gaan uitroepen: Och, of ik wist, dat ik Hem vinden zou. Zo’n gebed zal niet tevergeefs zijn.”
Ds. K. Visser en ds. G. J. van Aalst hadden hun referaat ontleend aan 2 Thessalonicenzen 2. „Uit Paulus’ brief”, zei ds. Visser, „blijkt dat er in de geschiedenis twee machten werkzaam zijn: de antichrist en de weerhouder. Die weerhouder is er nog altijd. Toch gaat de afval door, juist in de kerk. Want satan heeft er baat bij dat dat een broeinest wordt van dwalingen.”
De antichristelijke macht openbaart zich steeds duidelijker, stelde ds. Visser. „En toch: de Heere regeert. In één klap velt hij zo’n politicus neer. Want persoonlijk geloof ik toch dat de Heere hier het ”tot hier toe en niet verder” heeft gesproken. Hij liet nog iets zien van Zijn weerhoudende kracht.”
Weerhouders, zei ds. G. J. van Aalst, zijn ook een sprekend geweten, huwelijk en gezin, en een leven onder het beslag van Gods geboden. „Daar richt de satan zijn aanvallen dan ook op.”
Zijn we nog een liefhebber van de wetteloosheid, of zijn we door wedergeboorte en geloof een liefhebber van de waarheid geworden? vroeg ds. Van Aalst. „Het dieptepunt in de wereldgeschiedenis zal voor God een keerpunt zijn. Dan zal Christus wederkomen. En waar zullen wij dan staan? Hoevelen zijn er geen uiterlijk liefhebber van de waarheid, maar innerlijk atheïst?”
Er is veel gebed nodig voor dienaren des Woords, overheidspersonen en „onze geliefde broeders, die God niet nodig heeft, maar die Hij wel als weerhouders zou kunnen gebruiken”, zei ds. Van Aalst, verwijzend naar de SGP-fractie, waarvan ir. B. J. van der Vlies aanwezig was. „De wereld telt, de prognose staat op twee, verdiend hebben we nul. Onze hoop is alleen op de Drie-enige God.”