Oud-rebellengroep eist overwinning in Burundi op
De Hutu-partij Strijdkrachten voor de Verdediging van de Democratie (FDD) heeft zondag de overwinning opgeëist in de vrijdag in Burundi gehouden lokale verkiezingen, maar de autoriteiten hebben bepaald dat de verkiezingen in vijf districten moeten worden overgedaan, omdat zich daar veel geweld heeft voorgedaan.
De FDD was voorheen de grootste rebellengroep in Burundi. De partij kreeg naar eigen zeggen bij de verkiezingen van vrijdag, die ook bepalend zijn voor de samenstelling van de Burundese senaat, 65 procent van de stemmen.
Het was voor het eerst sinds er in 1993 een burgeroorlog uitbrak dat er verkiezingen werden gehouden in Burundi. FDD-woordvoerder Jeremie Ngendakumana noemde de verkiezingen een overwinning voor elke Burundees en vooral van de democratie.
De verkiezingen werden echter ontsierd door geweld. In en rond de hoofdstad Bujumbura werden daardoor zo’n 260 stembureaus gedwongen hun deuren te sluiten. Ook werden VN-vredessoldaten die waren ingezet om de veiligheid van de kiezers te garanderen door onbekenden onder vuur genomen. De soldaten werden beschoten vanuit de heuvels rond Bujumbura.
Er viel een dode toen onbekenden het vuur openden bij een stembureau in Bujumbura. Bij een ander stembureau ontplofte een granaat, waardoor een persoon gewond raakte. Ook bij zeker drie andere stembureaus werd geschoten. Zeker zes mensen raakten daarbij gewond.
De verkiezingen werden gehouden op grond van vredesakkoorden die de regering de afgelopen jaren met drie Hutu-rebellengroepen, waaronder de FDD, heeft gesloten. Met een vierde rebellengroep, het FNL, kwam de regering vorige maand een staakt-het-vuren overeen. De andere drie maken inmiddels deel uit van de overgangsregering.
Nieuw geweld heeft een aantal keer tot uitstel van de verkiezingen geleid. In juli moeten er parlementsverkiezingen worden gehouden en in augustus presidentsverkiezingen.
In Burundi brak een burgeroorlog uit nadat in oktober 1993 uit de eerste democratisch gekozen president, een Hutu, door Tutsi-soldaten was vermoord. De oorlog kostte aan ruim een kwart miljoen mensen, overwegend burgers, het leven. Hutu’s vormen de meerderheid in Burundi, maar na de onafhankelijkheid kregen de Tutsi’s het voor het zeggen.