Koran vijf maal onteerd op Guantànamo Bay
Bewakers en ondervragers op het Amerikaanse detentiecentrum Guantànamo Bay op Cuba hebben in zeker vijf gevallen moslimgevangenen beledigd door de koran te onteren. Dat blijkt uit onderzoek van het Amerikaanse ministerie van Defensie, dat vrijdag is bekendgemaakt.
Misbruik van de koran was echter volgens het onderzoek „een zeldzaamheid”. Er zijn juist meer incidenten gemeld waarin gevangenen hun eigen koran op een verkeerde manier gebruikten. Zo was het niet een Amerikaanse militair, maar waren het gevangenen die probeerden hun korans door het toilet te spoelen.
Onderzoekers concludeerden dat Amerikaanse militairen zich in enkele van de vijf gevallen hadden misdragen, op andere momenten ging het om ongelukken. Dat laatste gebeurde bijvoorbeeld in maart dit jaar, toen een militair vlakbij een ventilatiegat urineerde. De wind blies de urine per ongeluk door het gat, waarna het op een gevangene en diens koran belandde. De bewaker werd wel gestraft en de gevangene kreeg een nieuw uniform en een nieuwe koran.
Andere exemplaren van de koran, waarvan er op Guantànamo 1600 zijn uitgedeeld, werden nat toen bewakers waterbalonnen in een cellenblok gooiden. Een militair heeft op het voor moslims heilige boek gestaan, maar daarna zijn verontschuldigingen aangeboden aldus brigade–generaal Jay Hood, die het onderzoek de afgelopen drie weken liet uitvoeren.
Ook heeft een bewaker eens doelbewust tegen een koran getrapt. Ten slotte is in een geval een Engelstalige „onfatsoenlijke term” op de binnenkant van een kaft van een koran geschreven. Het is echter onduidelijk of een gevangene of een militair dat heeft gedaan. In geen geval hebben personeelsleden een exemplaar van de koran door het toilet gespoeld, zoals het weekblad Newsweek onlangs meldde. Deze zaak wordt door Hood nu als „gesloten” gezien.
Het bericht, aanleiding voor het onderzoek, leidde onder meer tot rellen in Afghanistan, waarbij doden vielen, en woedende reacties in de hele moslimwereld. Het Amerikaanse tijdschrift trok het bericht wegens gebrek aan bewijs weer in.
Volgens Hood heeft het onderzoek juist aangetoond dat het verkeerd behandelen van de koran juist een zeldzame zaak is op de basis. Wie de vele verplaatsingen van gevangenen en doorzoekingen van cellen in ogenschouw neemt, kan alleeen maar concluderen dat „respect voor de religieuze overtuigingen van gevangenen vanaf het begin was ingebed in de cultuur” van het gevangenissysteem.
Uit het onderzoek bleek dat gevangenen de koran vaker misbruikten dan Amerikaanse militairen. Hood registreerde vijftien incidenten. Zo gebruikte een gevangene het heilige boek als hoofdkussen, scheurden enkelen er pagina’s uit of urineerden zij op korans. In drie gevallen probeerden gevangenen (delen van) de koran door het toilet te spoelen.
Op de basis in Cuba heeft het Amerikaanse leger sinds januari 2002 honderden verdachte moslimextremisten opgesloten. Het gaat onder anderen om leden van het voormalige Talibanregime uit Afghanistan en verdachte leden van het terreurnetwerk al–Qaeda.