Kerk & religie

Gurnall: Christenzijn is oorlog

„Christenzijn is oorlog”, wist de 17e-eeuwse ds. Gurnall. „Als er geen duivel was, zouden we nog onze handen vol hebben om de verdorvenheden van onszelf te weerstaan.” Ds. K. ten Klooster uit Ridderkerk hield donderdag een lezing over deze Engelse predikant.

Kerkredactie
3 June 2005 10:25Gewijzigd op 14 November 2020 02:37

”William Gurnall (1616-1679) en de geestelijke wapenrusting” was het onderwerp van de tweede kerkhistorische lezing in een serie van drie in de Oude Kerk van Lunteren. Gurnalls boek ”The christian in complete armour” (De christen in volle wapenrusting) stond centraal.

Gurnall studeerde in Cambridge, waar veel puriteinen zijn opgeleid. In 1644 werd hij predikant in een dorpje in Midden-Engeland. Van zijn leven is weinig bekend. „Waarschijnlijk komt dit doordat Gurnall, in tegenstelling tot andere puriteinen, in 1662 de zogenaamde Act of Uniformity tekende. Meer dan 2000 predikanten moesten de Kerk van Engeland verlaten, omdat ze weigerden deze wet te tekenen. Gurnall tekende wel. Deze keuze heeft zijn gezag ernstig aangetast”, aldus ds. Ten Klooster.

De grondslag voor het boek van Gurnall, dat in 1892 in het Nederlands is vertaald, is Efeze 6:10 tot 20. „Paulus roept daar de Efeziërs op de strijd aan te gaan. Hier kan geen christen zich aan onttrekken. Deze strijd duurt het leven lang. Er is hier beneden voor een christen geen toestand van rust. Christenzijn is oorlog. De tegenwoordigheid van de satan kunnen we niet ontvluchten. Het wolf en het lam kunnen nooit vrienden worden.”

Gurnall wijst er in het voorbijgaan op dat Paulus in zijn brief de vijand niet onderschat. „Satan lokt mensen in het veld met valse berichten over God en Zijn wegen. Met leugens en sprookjes worden ze bij elkaar gehouden. Christus heeft de satan overwonnen. Toch neemt dat niet weg dat er gestreden moet worden. De satan is machtig. Hij wordt de overste van de wereld genoemd. Satan schrijft de wet voor aan de zondaar die gebonden is.”

En als God ons verlost van de boeien van satan, zijn we er dan? „Nee”, zegt Gurnall, „het vlees regeert tegen de geest. Die vreemde macht verenigt zich met de inwendige macht. Dat maakt de strijd zo zwaar. Het is niet verstandig onze begeerten te wapenen. Zij zullen zich vast en zeker tegen ons keren als satan zich aandient. Durft u iets te ondernemen waarbij satan tegen u kan optrekken, zonder dat u er zeker van bent dat uw hoogmoed en dergelijke gebreken zich niet met satan kunnen verenigen?”

Toch is de macht van satan niet onbeperkt. „Die is beperkt tot de tijd. Op het toneel van de wereld speelt deze schijnkoning de rol van vorst. Maar als Christus komt, zal zijn kroon van hem genomen worden. Hij zal dan een streng bewaakte gevangene worden in de hel. Dan zal hij met de bozen liggen onder de wraak en de toorn van God. Satan is al neergeworpen. Christus heeft hem overwonnen. Het vonnis is al geveld. Maar de volle tenuitvoerlegging wordt nog uitgesteld.”

„U wordt”, zegt Gurnall, „voor uw opstand tegen God betaald met de wreedheid van deze tiran. O zondaar, waarom wilt u zitten onder de schaduw van deze doornbos, die in vlammen zal ontsteken? O arme zondaar, die moe bent van de heerschappij van de duivel, kom tot Christus en verlang Gods gerechtigheid tegen de toorn van de duivel en de heerschappij van de zonde. U zou rust vinden. Als u wist -maar u kunt het niet weten voor u tot Christus komt- wat de voorrechten zijn van Christus’ onderdanen, dan zou u zeggen dat alleen diegenen gelukkig zijn die voor Zijn aangezicht staan. Het voornaamste werk zal zijn u los te maken van uw lusten. Voordat dat gebeurd is, zal Christus u niet erkennen als Zijn dienaar, maar als Zijn spion.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer