Amsterdam wil huisuitzettingen beperken
In Amsterdam worden de laatste jaren steeds meer mensen hun huis uitgezet als gevolg van huurschulden. Elk jaar krijgen ongeveer 6000 huishoudens het verzoek tot ontruiming, waardoor uiteindelijk 1300 mensen op straat terechtkomen.
Dat blijkt uit een onderzoek van de GG en GD. Amsterdam wil voorkomen dat inwoners dakloos raken door een huisuitzetting en doet daarbij een beroep op de maatschappelijke opvang.
Dat liet de gemeente donderdag weten. Het onderzoek toont verder aan dat vanuit de betrokken instanties weinig zicht is op de groep uitgezette huishoudens. Psychiatrische problemen en verslaving vormen de belangrijkste oorzaken voor een huurschuld of overlast.
Een werkgroep met daarin vertegenwoordigers van woningcorporaties, deurwaarders, medewerkers van instellingen voor maatschappelijke dienstverlening en gemeenteambtenaren heeft naar aanleiding van het rapport een plan gelanceerd om huisuitzettingen in de stad zoveel mogelijk te voorkomen.
Volgens het rapport van de GG en GD zou de verhuurder huisbezoeken moeten afleggen als er problemen zijn. De helft van de uitzettingen vindt plaats zonder dat de verhuurder persoonlijk contact met de bewoner heeft gehad. De woningcorporaties sturen wel brieven waarin de huurder wordt gewezen op financiële hulp, maar deze werkwijze blijkt niet effectief omdat de bewoner zelf actie moet ondernemen. Woningcorporaties die snel en actief mensen met een huurschuld benaderen, boeken goede resultaten, omdat op die manier toereikende hulp kan worden geboden.
De werkgroep, met de titel ‘De Vliegende Hollander wil verder vliegen’, heeft vier stadsdelen betrokken bij het proefproject onder de noemer ’Er op af’. Via de meldpunten zorg en overlast, die een belangrijke rol spelen bij dreigende uitzetting, wil de werkgroep de juiste hulp in gang zetten. Als de werkwijze succesvol is, wil de gemeente het project volgend jaar in de hele stad doorvoeren.