Kerk & religie

Tijdelijke vervanger voor patriarch Jeruzalem

De heilige synode, het bestuur van het Grieks-orthodoxe patriarchaat, heeft aartsbisschop Cornelius aangewezen als tijdelijke vervanger van de in ongenade gevallen patriarch van Jeruzalem, Irineos I. Cornelius moet deze functie blijven vervullen totdat er een nieuwe patriarch is gekozen.

Alfred Muller
1 June 2005 08:59Gewijzigd op 14 November 2020 02:36
JERUZALEM – Grieks orthodoxe geestelijken ontmoeten elkaar bij de Heilige Grafkerk in de Oude Stad van Jeruzalem. Leiders van de Grieks Orthodoxe Kerk hebben aartsbisschop Cornelius aangewezen als tijdelijke opvolger van de in opspraak geraakte patriarc
JERUZALEM – Grieks orthodoxe geestelijken ontmoeten elkaar bij de Heilige Grafkerk in de Oude Stad van Jeruzalem. Leiders van de Grieks Orthodoxe Kerk hebben aartsbisschop Cornelius aangewezen als tijdelijke opvolger van de in opspraak geraakte patriarc

Cornelius is hoofd van het kerkelijk gerechtshof van de kerk en vervulde de functie van plaatsvervangend patriarch ook al voordat Irineos leider werd.

Irineos I heeft het vertrouwen van de Grieks-orthodoxe Arabische christenen, zijn raad van naaste bisschoppen en de orthodoxe patriarchen wereldwijd verloren. De crisis ontstond door de verpachting aan joden van twee hotels en een aantal winkels bij de Jaffapoort in het christelijk-Arabische gedeelte van de Oude Stad van Jeruzalem.

Volgens berichten in de Israëlische pers wordt de joodse rechts-radicale groep Ateret Cohaniem de nieuwe gebruiker van het onroerend goed. Deze beweging streeft ernaar huizen te kopen of te pachten in de delen van Jeruzalem die door Arabische moslims of christenen worden bewoond en daar joden in te laten wonen. Palestijnen dreigen door de verpachting bij de Jaffapoort bestaansmogelijkheden te verliezen. Ze willen dat de Arabische wijken van de Oude Stad deel gaan uitmaken van een Palestijnse staat. De vestiging van joden in die wijken zal dat bemoeilijken.

De deal zou het werk zijn van Nicos Papadimos, de financieel adviseur van het patriarchaat, die inmiddels is verdwenen. De in ongenade gevallen patriarch Irineos zegt niets te weten van de transactie, maar zijn woorden worden door weinigen serieus genomen. Het bestuur van het patriarchaat, de uit zeventien leden bestaande heilige synode ontsloeg hem op 6 mei. Bovendien hebben vorige week vertegenwoordigers van de twaalf belangrijkste orthodoxe kerken wereldwijd tijdens een overkoepelende synode in Istanbul besloten hem niet langer te erkennen.

Irineos weigert echter af te treden. Hij werd in 2001 gekozen tot opvolger van de in 2000 overleden Diodoros I. De aanstelling en het ontslag van een patriarch moeten worden erkend door Israël, Jordanië en de Palestijnse Autoriteit. Jordanië heeft het ontslag van de Grieks-orthodoxe kerkleider erkend, de houding van de Palestijnse Autoriteit is nog onduidelijk en de Israëlische regering heeft laten weten een onderzoekscommissie te zullen instellen. Irineos heeft geweigerd zijn Griekse diplomatieke paspoort te overhandigen aan een Griekse diplomaat en een nieuwe te ontvangen met de titel ”vroegere patriarch”.

Bronnen bij de Grieks-Orthodoxe Kerk zeggen dat er overigens meer aan de hand is dan alleen het verpachten van gebouwen aan de rand van de christelijke wijk in de Oude Stad. De Grieks-orthodoxe geestelijke Hieromonk Joseph schreef onlangs in The Jerusalem Post dat Arabische christenen geloven dat Irineos door omkoping aan de macht kwam, dat onder zijn bestuur de corruptie een hoge vlucht nam en dat hij zich dictatoriaal gedroeg tegenover andere geestelijken. Arabische Grieks-orthodoxe christenen claimen ook dat de Griekse hiërarchie de belangen van de Arabische christenen onvoldoende behartigt. Ze proberen eigendommen van het patriarchaat over te hevelen naar lokale, door henzelf bestuurde kerkraden.

De leiding van deze kerk is al lang in handen van de Grieken. De Turken van Constantinopel beschouwden in de zestiende en de zeventiende eeuw de Griekse geestelijken als de best opgeleide. Die dachten daar zelf blijkbaar ook zo over, want toen Germanos patriarch van Jeruzalem was in de jaren 1537 tot 1579, besloot hij de ”broederschap van het heilige graf”, de Jeruzalemse Grieks-orthodoxe monnikenorde, verder te vergrieksen. Hij eiste van de leden van de broederschap dat zij een hoge mate van kennis van de Griekse cultuur hadden.

De geestelijken die het Arabisch of het Aramees als moedertaal hadden, konden niet aan de nieuwe voorwaarden voldoen. Het gevolg was dat in de loop van de tijd de leden van de broederschap etnische Grieken werden. De geestelijken werden in een hoge en een lage klas verdeeld. De hoge klas bestond uit Griekse monniken die bisschop konden worden en waaruit de patriarch de leden van de Heilige Synode koos. De lage klas bestond uit gehuwde Palestijnse geestelijken die slechts leiding mochten geven aan plaatselijke kerken.

De Grieks-Orthodoxe Kerk zegt van zichzelf de moeder van alle kerken te zijn, met niemand minder dan de apostel Jakobus als eerste leider. De belangrijkste taak van het Grieks-orthodoxe patriarchaat is toe te zien op het beheer van de heilige plaatsen. In de Heilige-Grafkerk heeft het de belangrijkste rechten, die in 1852 door de Turkse sultan in de zogeheten ”status-quo” werden vastgelegd. De kerk bezit ook grote stukken land, die zij in de negentiende eeuw dankzij de giften van pelgrims kon aankopen.

De christenen in Israël en de Palestijnse gebieden vormen maar zo’n 2 procent van de bevolking. Onder de kerken is de Grieks-orthodoxe met circa 60.000 leden de grootste kerk. Zij behoort samen met de Roemeens-Orthodoxe en de Russisch-Orthodoxe tot de Oosters-Orthodoxe Kerken. Deze worden ook wel de Byzantijns-Orthodoxe Kerken genoemd, omdat zij gebruikmaken van de byzantijnse rite van Johannes Chrysostomos, de Griekse kerkleraar en patriarch van Constantinopel die leefde van 349 tot 407.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer