Onderzoek op de plaats van de ramp wees uit dat er een aantal moeren op de wissel was losgeraakt. Het onderzoek richt zich nu op de vraag waardoor dit kon gebeuren. De directeur van Railtrack verklaarde voor de BBC niet te zullen rusten voordat de zaak is opgehelderd. De politie sluit niet uit dat er vandalisme in het spel is, maar deskundigen menen dat de bouten losser kunnen gaan zitten door de trillingen van passerende treinen.

Ongeveer zeventig inzittenden raakten bij het ongeluk gewond, van wie elf ernstig. Het is sinds 1997 het zesde treinongeluk in Groot-Brittannië waarbij doden zijn gevallen. Het ongeval gebeurde met een sneltrein die van het Londense station King’s Cross op weg was naar King’s Lynn in Norfolk. De achterste drie van de vier rijtuigen ontspoorden toen de trein langs het station van Potters Bar reed. De trein, die niet hoefde te stoppen bij het station, had naar schatting een snelheid van ongeveer 150 kilometer per uur toen het ongeluk gebeurde. Er zaten 151 mensen in. De machinist, die het ongeluk overleefde, vertelde dat hij dacht dat de trein over iets heen was gereden.

De ontspoorde wagons botsten eerst tegen een viaduct, dat deels instortte. De laatste wagon van de trein kwam met een zware klap terecht op het perron van Potters Bar, waar hij klem raakte onder de overkapping. Volgens de spoorwegmaatschappij zaten de meeste omgekomen passagiers in deze wagon.

Hulpverleners waren snel ter plaatse. Helikopters en ambulances brachten de zwaargewonden naar ziekenhuizen. De plaatselijke bergings- en reddingsdiensten kregen hulp van de Londense brandweer, die zwaar bergingsmaterieel inzette. Een vlak bij het station gelegen supermarkt werd gesloten en tijdelijk ingericht als noodhospitaal voor de verzorging van de minder zwaar gewonden.

Groot-Brittannië is de afgelopen jaren door een hele reeks ernstige spoorwegongevallen getroffen.