Kerk & religie

„Dordt had wél oog voor bekering Joden”

Net na de oorlog stond de christelijke gereformeerde hoogleraar G. Wisse in een winkel in Middelburg. Plotseling stapte een jonge Joodse man binnen. Klanten konden nauwelijks bevatten dat hij de oorlog had overleefd. Prof. Wisse sprak hem aan: „Vriend, je bent er bijna.” Ogen vol verbazing. „Je bent nu weer terug in Middelburg, maar je moet nog één station verder, naar Bethlehem…”

Kerkredactie
10 May 2002 22:30Gewijzigd op 13 November 2020 23:34

Het is de blijvende opdracht van de kerk het Kind van Bethlehem onder het oude bondsvolk te verkondigen, zo zei ds. C. Neele vrijdag op een studiedag in Gouda. De dag was belegd door het deputaatschap voor Israël van de Gereformeerde Gemeenten.

Doel van de dag was, aldus algemeen secretaris J. J. de Jong, „ons samen te bezinnen op ons werk en hoe dat in de toekomst moet worden vormgegeven.”

De Jong informeerde de aanwezigen over de voortgang van het werk. „Nog steeds worden nieuwe deuren geopend.” Op 6 juli zal ds. C. Sonnevelt, nu nog in Israël, naar Nederland terugkeren. „Daarna zullen we ons verder bezinnen op de vraag wat de weg is die God wil dat wij gaan zullen.”

Het deputaatschap overweegt zelfstandige gemeenten op te zetten, in Israël -vooral in Galilea- en in Oekraïne, meldde De Jong. In Oekraïne heeft op dit moment de bouw plaats van een multifunctioneel kerkgebouw. Het deputaatschap „ziet ernaar uit om op termijn te komen tot het benoemen van een eigen werker in de nog jonge gemeente van Zjitomir, die nog zo veel onderwijs nodig heeft.”

Op het programma stond een tweetal referaten. Ds. D. de Wit, predikant in Nieuw-Beijerland, schetste in grote lijnen de geschiedenis van de Joodse gemeenschap in Nederland. Een geschiedenis die loopt van de oude stad Rome, via Reformatie en Nadere Reformatie, tot op de dag van vandaag.

De Joden hebben in de loop van de eeuwen in vooral de noordelijke Nederlanden toch steeds een wat bijzondere positie ingenomen, zei ds. De Wit. „Zelden werd een uitgesproken negatieve houding tegenover hen aangenomen. Dat had verscheidene oorzaken. Willem van Oranje bijvoorbeeld streefde tolerantie na. Verder waren de Joden, door hun handelsrelaties, van groot economisch belang.”

Ook de Reformatie speelde hier echter een belangrijke rol. „Anders dan de oudere Luther, heeft Calvijn nooit tot haat tegen de Joden opgeroepen. In zijn preken oefende hij vooral zelfkritiek uit en stelde hij het Joodse volk tot een „spiegel”: zó zou het met christenen gaan als zij op dezelfde manier Gods uitverkiezing niet naar waarde zouden schatten.”

Op dit moment wonen er nog zo’n 36.000 Joden in Nederland, de meesten in Amstelveen. Nog maar 25 procent van hen is verbonden aan een Joodse gemeente. Slechts 45 procent benoemt zichzelf nog als Jood. De gemeenschap in ons land is niet erg vitaal meer, concludeert de Joodse onderzoekster Chaya Brasz dan ook. „De toekomst lijkt onzeker te zijn.”

De lezing van ds. De Wit vormde de opmaat voor die van ds. C. Neele uit Aagtekerke. Ook deze droeg een voornamelijk historisch karakter: ”Evangelieverkondiging onder het Joodse volk in Nederland vanaf de Reformatie tot de Tweede Wereldoorlog”.

Uitgebreid ging ds. Neele in op de conclusie van dr. W. J. op ’t Hof „dat de bekering der Joden buiten het gezichtsveld lag van de deelnemers aan de synode van Dordrecht van 1618.” De predikant weersprak deze „schokkende” gevolgtrekking met een opmerking uit de ”Postacta” van de synode, uitgegeven door H. H. Kuyper: „Dat voorsien moghe worden tegen de verleydinge vande Joden ende off daer geen middel soude connen gevonden worden tot haar bekeringe.” De Dordtse synode zag dus wel degelijk uit naar „de bekering van de beminden om der vaderen wil”, betoogde ds. Neele.

De predikant stelde ook het werk van de Gereformeerde Kerken aan het begin van de 20e eeuw aan de orde. „Abraham Kuyper had een negatieve visie op het Joodse volk. Dat bemoeilijkte het werk bijzonder. Later, in 1911, is er in die kerken een wending ten goede gekomen.” Naar aanleiding hiervan onderstreepte ds. Neele „de noodzaak van een goede theologische onderbouwing van het werk in Israël.”

Heel interessant, al die historische feiten, maar hoe gaat het deputaatschap op dít moment om met de evangelieverkondiging onder Joden? vroeg een aanwezige zich af. Ds. C. J. Meeuse uit Nunspeet wees op de „vele diepgaande gesprekken” die er inmiddels met Nederlandse rabbijnen zijn gevoerd. „Heel goed herinner ik me nog de rabbijn die zei: Eigenlijk staan wij qua religie dichter bij de islam dan bij het christendom.”

Het werk onder de Joden „moet je op het hart worden gebonden”, zei ds. Meeuse. „De Heere Zelf moet je de ogen openen voor wat Paulus in de Romeinenbrief schrijft.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer