Het ware fundament
Sta veel naar een ellendige en arme gestalte, ja zoek die steeds als uw staat te hebben. Dat wil niet zeggen dat u zich altijd moet gedragen als arm en ellendig, als iemand die niets heeft en niets doet. Neen, neen, het is geen deugd, maar een ondeugd genade te ontkennen of te verkleinen. Daaruit bestaat de ware armoede des Geestes niet.Die ware armoede bestaat daaruit dat men alles wat men bezit en alle goed nederig aan Gods vrije genade toeschrijft en alle licht, lust en kracht van de hand van de Heere verwacht. Dat onder het waarnemen van de middelen en het gebruik van Zijn vermogen. Zo’n gestalte en zulk een staat vormen het wezenlijke van het ware christendom. Genoot u enige verkwikking, het was dikwijls onverwacht en zichtbaar van Zijn hand opdat u Hem zou erkennen. Zet u zich tot het doden van deze of die zonden die u het meest aankleven, hetzij hoogmoed, wellust of enige andere zonden.
De ware ondervinding leert u dat u dit alleen recht kunt doen als u zelf arm en machteloos bent, zodat u en uw ziel er geen raad meer mee weten. Daarom moet u al zuchtende tot Gods genade gaan en Zijn sterkte door het geloof aangrijpen. Stel toch uw vertrouwen nooit op enig mens of middel, hoe geschikt het in zichzelf ook mag wezen. Al die dingen zijn geen fundament van rust, want dat moet alleen de Naam des Heeren wezen en Jezus’ volmaakte gerechtigheid.
Cornelius van Velsen, predikant te Groningen (Zeven predikatiën, 1759)