Steun voor Nederlandse sjalotten
In Frankrijk, de Europese bakermat van de échalotes, weten ze precies hoe een sjalot gekweekt moet worden. Het staat er zelfs in de wet: je stopt sjalotten in de grond en dan groeien daar vanzelf kleintjes aan. Sjalottenzaad gebruiken is een ’faux pas’.
Het Europees Hof in Luxemburg lijkt een einde te maken aan deze strenge eisen. Op verzoek van de Nederlandse leverancier en uitvinder van zaaisjalotten Bejo/De Groot en Slot buigen de hoogste rechters van Europa zich over de Franse sjalottenregels. „Wij verkopen ons sjalottenzaad overal in de EU en daarbuiten, zonder problemen. Alleen in Frankrijk hebben ze die wet", vertelt directeur G. de Groot.
Dat Frankrijk zich zo hevig verzet tegen de nieuwerwetse sjalotten uit Nederland heeft alles te maken met de gevestigde belangen van de bestaande kwekers. Bij de ’oude’ sjalottenteelt is het noodzakelijk om dicht bij zee te telen, omdat daar minder plantenziekten voorkomen. Maar met zaaisjalotten heeft de landbouwer veel minder last van schimmels en infecties. Daardoor krijgen de telers uit Bretagne en de Loirevallei concurrentie uit de rest van het land.
Het Hof in Luxemburg gaat beslissen of Frankrijk moet erkennen dat een gezaaide sjalot óók een echte sjalot is. Ja, concludeerde advocaat–generaal (hoge adviseur) Ruiz–Jarabo Colomer dinsdag. Gezaaide sjalotten moeten ook in Frankrijk gekweekt en verkocht mogen worden onder de naam échalote, vindt hij. Het volstaat om de kweekwijze op het etiket te vermelden.
Het Hof neemt in negen van de tien keer de conclusie van de advocaat–generaal over. Leverancier De Groot hoopt op een definitieve uitspraak in september.