„Gehandicapten horen er ook in de prediking echt bij”
Helpende Handen, de gehandicaptenvereniging van de Gereformeerde Gemeenten, hield zaterdag in Amersfoort haar voorjaarsledenvergadering. Ds. D. de Wit sprak over het thema ”Woordverkondiging en catechese”. „Belangrijk is dat de prediking door verstandelijk gehandicapten wordt begrepen.”
De predikant van de gereformeerde gemeente in Nieuw-Beijerland gaat met enige regelmaat voor in diensten voor verstandelijk gehandicapten.
De leidraad van zijn referaat was: zenden, prediken, horen, geloven en aanroepen. De wat hij noemde gouden regel voor deze keten haalde hij uit Romeinen 10:14 en 17: Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods. „Aangevuld met wat de kanttekenaren schrijven: „Namelijk dat gepredikt is, of: door het bevel Gods, Die hen tot het prediken heeft gezonden.””
„De lijn geboorte, heilige doop, onderwijs, belijdenis, zelfbeproeving en heilig avondmaal geldt ook voor onze verstandelijk gehandicapten”, zei ds. De Wit. „Ze horen er helemaal bij. Het onderwijs richt zich op de leer die naar de godzaligheid is. Belangrijk daarbij is dat de prediking wordt begrepen.”
De predikant merkte op dat het „van nieuws geboren worden” ook voor hen noodzakelijk én mogelijk is en dat de Heere dit door Zijn Woord en Geest werkt. „Daarom moeten we deze kinderen zo vroeg mogelijk onder de klanken van het Woord brengen”, zei hij. „Ze hebben minder belemmeringen dan wij. Heel veel vragen die wij kunnen opwerpen, kennen ze gelukkig niet eens.”
Ds. De Wit benadrukte verder de noodzakelijke eenvoud in de prediking, het voortdurend herhalen, het één met hen zijn en aandacht en oprechte belangstelling tonen. De catechese wil hij niet indelen naar niveau.
De doopvraag „naar vermogen onderwijzen, als zij tot hun verstand zullen gekomen zijn”, wil de predikant wel aanvullen met: „naar de mate die God beliefde te geven.” Dat is, zo zei hij, de troost van het eenzijdige Godswerk.
Mevrouw L. J. Coppoolse verzorgde de bijbelse vertelling over Petrus die de verlamde en om een aalmoes bedelende man aan de Schone Poort van de tempel in de naam van Jezus doet opstaan.
Het echtpaar Hoogendoorn vertelde over de godsdienstige opvoeding in de praktijk van zijn verstandelijk gehandicapte dochtertje Arriëtte.