Wijn kritisch over afschaffen OZB
Staatssecretaris Wijn (Financiën) is kritisch over de commissie-Eenhoorn, die het kabinet adviseert om op termijn de onroerendezaakbelasting (OZB) af te schaffen en in plaats daarvan de gemeenten opcenten op de inkomstenbelasting te laten heffen.
Volgend jaar wordt het gebruikersdeel van de OZB afgeschaft. Dat is tegen het zere been van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), die vindt dat gemeenten weinig ruimte overhouden om belasting te heffen. De VNG is tevreden dat de „commissie-Eenhoorn de noodzaak van een groter lokaal belastinggebied erkent.”
Het kabinet moet nog een standpunt innemen, maar staatssecretaris Wijn schrijft in zijn nieuwsbrief dat hij nog „niet overtuigd is dat we dit moeten doen.” Hij betwijfelt of gemeenten meer te zeggen moeten krijgen over hun inkomsten, wijst erop dat het voor de burger bepaald niet eenvoudiger wordt en waarschuwt voor hoge uitvoeringskosten.
Het voorstel komt er volgens Wijn op neer dat het Rijk de inkomstenbelasting verlaagt en dat vervolgens de gemeenten via opcenten die belasting weer verhogen. Als gemeenten de standaardopcenten te hoog vinden, doen ze er wat van af en als ze die te laag vinden, gaan de tarieven omhoog.
In de gemeenten moeten ambtenaren de bijheffing of teruggave gaan uitvoeren, maar dat is lastig met wanbetalers, bij verhuizingen en bij „discussie” met de belastingdienst over de hoogte van het inkomen. De extra uitvoeringskosten zouden uitkomen tussen 120 en 220 miljoen euro.
Gemeenten zouden een plaatselijk inkomensbeleid kunnen gaan voeren, bijvoorbeeld door sommige groepen kwijtschelding te verlenen, aldus Wijn. Het kan dus veel schelen of je in de ene of in de andere gemeente woont. Bovendien moeten gemeenten er rekening mee houden dat afhankelijk van de economie de inkomstenbelasting van jaar tot jaar zal schommelen en dus minder stabiel zal zijn dan de uitkering zoals ze die nu krijgen van het Rijk.