Lege conferentiezalen
Het is knokken om een zaal vol te krijgen. Dat is de ervaring van kerkelijke werkers die hun best doen om mensen uit hun stoel te krijgen voor een bijeenkomst over een thema dat er zeker toe doet.Het is lang niet meer vanzelfsprekend dat betrokken kerkmensen conferenties bezoeken die belegd zijn door de ’eigen’ organisaties. In verschillende gevallen hebben organisatoren al geplande vergaderingen moeten afblazen. Wegens gebrek aan belangstelling.
Belangrijke oorzaken voor het afnemende bezoekersaantal zijn volgens ingewijden het overaanbod aan bijeenkomsten en de volle agenda´s van zowel jongere als oudere kerkleden. Onmiskenbaar zijn dat factoren die van invloed zijn.
Ondanks pogingen van organisatoren om voor het tijdstip van de vergaderingen een rustige zaterdag te zoeken, kunnen mensen uit hun doelgroep voor die dag vrijwel altijd nog kiezen uit drie of vier interessante bijeenkomsten.
Een centraal meldpunt voor vergaderingen, dat binnen de gereformeerde gezindte nog steeds niet goed genoeg functioneert, biedt daar ook geen finale oplossing voor. Er is inderdaad een overaanbod van bijeenkomsten die de reeds bestaande conferentiemoeheid versterkt.
De teruglopende belangstelling voor bijeenkomsten heeft verder te maken met de vele verplichtingen die mensen vandaag de dag hebben. De volle agenda’s van ouders en kinderen maakt dat men al blij is als er één of twee momenten in de week zijn waarop men als gezin bij elkaar is. Die zeldzame, waardevolle momenten inwisselen voor het bijwonen van een op zichzelf belangwekkende bijeenkomst, is weinig aantrekkelijk in deze jachtige tijd.
Maar er is meer. Kenmerkend voor onze tijd is dat mensen, vooral jongeren, zich niet wensen te binden aan organisaties. Een langdurig lidmaatschap van een vereniging of club is niet meer zo vanzelfsprekend als dat vroeger was.
Daardoor ligt het ook minder voor de hand dat mensen een bijeenkomst bezoeken omdat hun organisatie die organiseert. Zij selecteren op grond van hun voorkeur voor onderwerpen die op een bijeenkomst centraal staan. Daarbij maakt het minder uit wie de conferentie organiseert.
Van onverschilligheid tegenover belangrijke thema’s op terrein van kerk en maatschappij kan men deze mensen niet betichten. Zij voelen zich wel degelijk betrokken. Dat geldt ook voor jongeren. Het hoge bezoekersaantal van sommige jongerenavonden wijst daarop. Voor onderwerpen die echt hun hart raken, komen zij dus wel in de benen.
Het probleem is dat er sprake is van een soort vrijblijvendheid die op de duur schadelijk kan zijn voor belangwekkende organisaties en instellingen. Wanneer steeds minder mensen bereid zijn zich voor verenigingen in te zetten, gaat op termijn een belangrijk deel van het kerkelijk en politiek vormingswerk teloor.
Nu al lukt het soms met moeite om kandidaten te vinden voor bestuursfuncties of voor het leiden van jeugdclubs. Daardoor komt er steeds meer werk te liggen bij de slinkende groep mensen die moeilijk nee kunnen zeggen of die zich innerlijk verantwoordelijk voelen voor het wel en wee in hun (kerkelijke) kring.
De Bijbel wijst erop dat leden van de gemeente ook een verantwoordelijkheid hebben ten opzichte van elkaar. Mensen zijn geroepen hun gaven in dienst van de Heere en Zijn gemeente te stellen.
Kerkleden dragen met elkaar verantwoordelijkheid voor het kerkelijk leven. Dienstbaar zijn is iets anders dan vrijblijvende participatie op momenten dat het goed uitkomt of het thema interessant is.