Taalstrijd bij de buren
De Vlaamse schrijver Geert van Istendael gaf ooit te kennen dat hij België zowel bemint als haat om zijn voortdurende taalstrijd.
Zijn bewondering geldt de vindingrijkheid van zijn land om steeds weer „vernuftige regelingen en evenwichten” te bedenken om Walen en Vlamingen vreedzaam te laten samenleven: „Wij slachten elkaar niet af zoals de Bosniërs of Noord-Ieren.” Aan de andere kant verfoeit hij het echter, vanwege de eindeloosheid van „dat gekift” tussen Vlamingen en Walen en de lange tijd die eroverheen ging voordat Nederlands als officiële taal erkend werd.
Het kan niet anders of beide gevoelens zijn de afgelopen weken bij hem -en wellicht bij menige Belg- weer opgekomen toen hij het nieuws in zijn land volgde. Politici rolden over elkaar heen in een heerlijke, ouderwetse taalstrijd, waarin de gemoederen zeldzaam hoog opliepen. Het scheelde niet veel of de Vlaamse regering was gevallen. De regering had beloofd na de verkiezingen van vorig jaar juni onmiddellijk over te gaan tot splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde in een Vlaams en een Waals gedeelte. In de Vlaamse regio’s Halle en Vilvoorde kunnen 550.000 kiezers hun stem uitbrengen op Franstalige lijsten in Brussel, wat de Vlamingen al meer dan veertig jaar een doorn in het oog is. Zij willen Halle-Vilvoorde loskoppelen van Brussel en bij het district Leuven voegen. Daarmee zouden ook de Franstalige inwoners van Halle-Vilvoorde gedwongen zijn op Vlaamse lijsten te stemmen.
Zo vreemd is die eis niet, omdat de Franstaligen in de regio allemaal import zijn: ze zijn pas de laatste decennia vanuit Brussel naar de randgemeenten verhuisd. Zij genieten voorrechten die Vlamingen in Waalse gemeenten nergens hebben. De splitsing van het district bleek echter veel moeilijker te gaan dan gedacht, waarop de Vlaamse regering bakzeil haalde en besloot de zaak voorlopig te laten rusten. Dit tot woede van de oppositie.
Afgelopen weekend vlogen de fractieleider van de liberale regeringspartij VLD, Patricia Ceysens, en voorzitter Bart De Wever van de nationalistische NVA elkaar tijdens een televisie-uitzending zo hevig in de haren dat de Vlaamse krant De Standaard dinsdag sprak van „een van de allergrootste scheldpartijen ooit vertoond op de Vlaamse televisie.” De Wever, wiens partij een onafhankelijk Vlaanderen nastreeft, was van mening dat de regering de crisis aan zichzelf te wijten had, omdat ze de zaak totaal verkeerd heeft aangepakt.
De Waalse krant La Libre Belgique betitelde het hele project als een grote fout. De belangrijkste misser van de Vlaamse regering is volgens de krant wel dat ze wilde beslissen over een materie die niet onder haar bevoegdheid viel. Daarnaast foeterde hij op de arrogantie achter het voorstel: de Vlamingen hebben er „geen seconde” aan getwijfeld dat de Franstaligen zonder mopperen op de muziek van de Vlamingen zouden dansen.
De Standaard sprak daarentegen van een „rechtmatige en vanzelfsprekende” vraag van de Vlamingen, die de Franstaligen beantwoordden met een „hooghartig neen.” Na desastreuze onderhandelingen leidde het zelfs tot „kwetsend Franstalig triomfalisme.” Het wederzijdse noodzakelijke vertrouwen heeft een flinke knauw gekregen, constateerde de krant.
Daar lijkt het inderdaad wel op. Duidelijk is dat de Vlamingen op deze manier hun wens niet zullen kunnen verzilveren. Zonder concessies aan de Franstalige inwoners zal het moeilijk gaan. Zo eisen de Franstalige partijen dat de grenzen van het Brussels hoofdstedelijk gewest worden uitgebreid indien de Vlamingen de splitsing toch willen doordrukken. Dat zou betekenen dat zes Vlaamse gemeenten bij Brussel worden getrokken. Vlaanderen piekert echter niet over die optie. Een andere oplossing is om van heel Brabant -dus ook Waals-Brabant- een tweetalige kieskring te maken. Groot nadeel daarvan is dat dit de helderheid niet bepaald ten goede komt. De situatie is te ingewikkeld om in een paar vergaderingen op te lossen. Het wachten is op nieuwe „vernuftige regelingen en evenwichten.” Zelfs in België komen die echter niet zomaar uit de lucht vallen.