De premier reageerde op kritiek uit de oppositie dat er voor het saneringsbeleid van het kabinet te weinig draagvlak in de samenleving is. Hij wees erop dat zijn voorganger Lubbers in de jaren tachtig aanvankelijk ook weinig steun kreeg voor zijn harde ingrepen. Datzelfde gold voor PvdA–vice–premier Kok in het kabinet–Lubbers 3. „Leiderschap betekent die dingen doen die nodig zijn", zei Balkenende.

Hij sprak tegen dat het kabinet alleen oog heeft voor het terugdringen van het financieringstekort, zoals PvdA–leider Bos had betoogd. Hij wees erop dat de economische groei vorig jaar op 1,4 procent is uitgekomen, 0,4 procent meer dan geraamd. Ook de koopkracht is voor de meeste inkomensgroepen beter uitgevallen dan verwacht. De premier onderstreepte dat de Algemene Rekenkamer in grote lijnen positief is over het beleid van de ministeries.

Balkenende ging niet in op de wens van de VVD om meer wegen aan te leggen. Dat past niet in een verantwoordingsdebat, waarin wordt teruggeblikt op het verleden, zei hij. De VVD moet haar voorstellen volgens de premier maar op een later moment naar voren brengen.