Buitenland

Alle hens aan dek voor Franse ja-campagne

De Franse regering ontvangt volop hulp van buitenaf bij haar pogingen de burger ertoe te bewegen op 29 mei een positief oordeel te vellen over de Europese grondwet. Alle hens aan dek, lijkt het wat dat betreft binnen de EU. Of het helpt, moeten we afwachten.

A. A. C. de Rooij
19 May 2005 08:23Gewijzigd op 14 November 2020 02:33

De uitslag van het referendum blijft volstrekt ongewis. De peilingen duiden erop dat het waarschijnlijk tot op het laatste moment bijzonder spannend zal zijn. Het is voortdurend stuivertje-wisselen tussen een nipte meerderheid voor en tegen. In april liep het percentage neestemmers gestaag op. Twee weken geleden keerde het tij en wezen de cijfers op een overwinning voor het ja-kamp. Maar de laatste dagen zien we opnieuw een kentering. De meest recente onderzoeken komen weer uit op een lichte voorsprong voor de tegenstanders.

Woensdag was president Vike-Freiberga van Letland in Frankrijk. Ook zij trachtte een steentje bij te dragen aan de pro-Europa-campagne. In een toespraak tot een gehoor van studenten in Lille verhaalde zij over de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog en van de onderdrukking door het regime van de Sovjet-Unie daarna, om vervolgens te beklemtonen dat we thans op ons continent dankzij de EU in vrede en vrijheid leven.

Het staatshoofd van de Baltische natie haalde nog eens de oorspronkelijke gedachte achter het in de jaren vijftig van de vorige eeuw gestarte project van de Europese samenwerking voor het voetlicht. Maar of dat de hedendaagse kiezer aanspreekt, is zeer de vraag. Die lijkt bij de afwegingen meer gedreven door ongenoegen over de zittende regering van premier Raffarin. Zij moet er rekening mee houden dat een deel van het electoraat de gang naar de stembus zal aangrijpen om te proberen haar een flinke afstraffing te bezorgen.

De Duitse bondskanselier Schröder, de Spaanse premier Zapatero en voorzitter Borrell van het Europees Parlement brachten in de voorbije periode eveneens een bezoek aan Frankrijk om daar, gealarmeerd door de ongunstige vooruitzichten in de enquêtes, de grondwet aan te prijzen. President Kwasniewski van Polen is donderdag bij zijn ambtgenoot Chirac. De leden van de Europese Commissie laten zich evenmin onbetuigd. Ze zijn best bereid om met behulp van een interview in een krant of een optreden voor radio of televisie de autoriteiten in Parijs de helpende hand te reiken in het debat over het constitutionele verdrag.

Voorzitter Barroso kwam deze week aan het woord. Het was voor hem trouwens pas de eerste interventie in de aanloop naar het referendum. Het gerucht gaat dat Chirac in een eerder stadium hem liever niet op de televisie zag verschijnen. Voor velen is de Portugees namelijk de verpersoonlijking van het in hun ogen neoliberale beleid dat momenteel vanuit Brussel wordt gevoerd en dat volgens betrokkenen onvoldoende waarborgen biedt voor de bescherming van allerlei sociale verworvenheden. Zijn medewerking zou daarom averechts kunnen uitpakken.

Maar nu mocht hij via de radio dan toch een dringend beroep doen op de Fransen om voor te stemmen. Barroso waarschuwde hen dat een afwijzende opstelling schadelijke gevolgen zal hebben voor hun nationale alsook voor de Europese economie. „Ondernemers verlangen een klimaat van vertrouwen, zij willen zekerheid en veiligheid. Een nee zal mogelijk een sfeer van pessimisme creëren en dat is slecht voor de consumptie en de investeringen.”

Hij trachtte het publiek verder uit de droom te helpen dat er na een verwerping van de grondwet heronderhandelingen mogelijk zijn. „Eerlijk, dat is uitgesloten”, verklaarde hij, in tegenstelling tot wat sommige Franse politici, onder wie de socialistische ex-premier Fabius, de kiezer voorhouden. Barroso deelde mee dat hij voortdurend contact heeft met de regeringsleiders over wat te doen als er onverhoopt een nee uit de bus rolt. Uit die consultaties blijkt naar zijn zeggen dat heropening van het overleg over de inhoud van het voorliggende document niet realistisch is.

Drie dagen na de stembusgang in Frankrijk vindt in Nederland de volksraadpleging plaats. Maar hier moeten de politici het vooral zelf opknappen. Geen komen en gaan van buitenlandse prominenten. Het illustreert het door hun omvang bepaalde verschil in positie tussen de partners in de Unie. In Brussel gaat de aandacht vooral uit naar de ontwikkelingen in de genoemde Europese grootmacht.

Aan een eventueel negatieve uitslag in een kleinere lidstaat valt immers misschien nog wel een mouw te passen. De EU heeft daar inmiddels ervaring mee. Zo schoof de Ierse bevolking in 2001 in eerste instantie het momenteel geldende Verdrag van Nice terzijde. De regering in Dublin organiseerde enige tijd later een herkansing en toen bleek de weerstand onder de burgers in voldoende mate te zijn weggeëbd. Als het echter misloopt in een toonaangevend land als Frankrijk, dat vaak als motor fungeerde voor een verdere integratie, is de grondwet niet te redden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer