Dat schrijft de Tilburgse hoogleraar prof. C. Fijnaut in zijn woensdag gepresenteerde rapport ”Criminaliteit en rechtshandhaving in de Euregio Maas-Rijn”.

Voor de oprichting van een euregionale recherche is het wel nodig dat de overheden in Duitsland, België en Limburg op één lijn komen over de aanpak van de grensoverschrijdende misdaad. Dat is nu niet het geval, aldus Fijnaut.

De wetenschapper bepleit dan ook de ontwikkeling van een euregionaal criminaliteitsbeleid als schakel tussen het beleid van de nationale overheden en dat van de Europese Unie. De Europese Unie zou geld moeten investeren in de grensoverschrijdende bestrijding van de zware criminaliteit, aldus Fijnaut in zijn rapport.

De informatie-uitwisseling tussen politie en justitie in de Duitse, Limburgse en Belgische grensgebieden schiet tekort. Criminelen trekken profijt uit het gegeven dat de ene politiedienst over informatie beschikt waar de andere geen weet van heeft, aldus Fijnaut. Met name in spoedeisende gevallen gaat bewijsmateriaal daardoor verloren.

Ook de (juridische) structuren in de verschillende landen maken samenwerking moeilijk. De Duitse politie is vaak niet bij grensoverschrijdend overleg betrokken omdat justitie daar de gesprekspartner moet zijn. In Limburg is de regie door het openbaar ministerie voor de politie zo rigide dat de politie niet snel kan reageren op kansen die zich voordoen om daders op te pakken, stelt Fijnaut.

Daarbij komt dat de drie betrokken landen bepaalde vormen van criminaliteit anders inschatten. Nederland tilt niet zwaar aan „kleine” drugszaken, terwijl Duitsland en België daar veel meer aan doen. „De drugsmarkt in de Euregio betreft echter voor een belangrijk deel de handel in kleinere partijen verdovende middelen”, schrijft Fijnaut. Daarom zou ook Nederland „ernstig rekening moeten houden met opvattingen die daarover in de buurlanden worden gehuldigd.”

De hoogleraar bepleit verder geregeld euregionaal overleg met betrekking tot de aanpak van grensoverschrijdende criminaliteit. Dat gebeurt nu niet.

De wetenschapper vindt ook dat er een grondige analyse moet komen van de legale autobranche. Daaruit kan blijken hoeveel garages betrokken zijn bij autodiefstallen en andere vormen van criminaliteit. Verder bepleit hij een inventarisatie en controle van bedrijfspanden en loodsen, zeker wanneer er sprake is van schimmige eigendoms- of huurconstructies. Door die in kaart te brengen kan beter worden opgetreden tegen de productie van en handel in drugs, aldus Fijnaut.