Kerk & religie

„Er loopt een scheur door ieder mens”

De tijd waarin het ambt de dominee droeg, is voorbij. Predikanten krijgen steeds meer te maken met kritiek. De vraag is hoe ze daar op een goede manier mee om kunnen gaan.

Van een medewerker
18 May 2005 10:18Gewijzigd op 14 November 2020 02:33
GOUDA – Een tiental jonge predikanten bezon zich dinsdag in de Sint Janskerk in Gouda op de vraag hoe om te gaan met kritiek. „Durf gebreken te hebben, maar ga er wel serieus mee aan het werk.” De bijeenkomst was georganiseerd door de Confessionele Vere
GOUDA – Een tiental jonge predikanten bezon zich dinsdag in de Sint Janskerk in Gouda op de vraag hoe om te gaan met kritiek. „Durf gebreken te hebben, maar ga er wel serieus mee aan het werk.” De bijeenkomst was georganiseerd door de Confessionele Vere

Dit thema stond dinsdag centraal op een bijeenkomst van een tiental jonge predikanten in de historische Sint-Janskerk in Gouda. De bijeenkomst was georganiseerd door de Confessionele Vereniging in de Protestantse Kerk in Nederland.

Dr. H. C. van der Meulen, docent praktische theologie aan de Universiteit Utrecht (UU), zei dat een predikant niet foutloos hoeft te zijn. „Een predikant hoeft niet volmaakt te zijn, hij is een mens. Hij mag fouten maken, er loopt een scheur door ieder mens. Luther zei: „Zondig dapper, maar geloof dapperder en verheug je in Christus Die de Overwinnaar is van de zonde.” Durf gebreken te hebben, maar ga er wel serieus mee aan het werk”, aldus dr. Van der Meulen.

Een gezond gevoel voor eigenwaarde is volgens hem een belangrijke eigenschap voor een predikant om in balans te blijven. „Eigenwaarde geeft iemand erkenning van zijn eigen plaats, het geeft andere mensen vrijheid en ruimte en het doet de noodzaak van de omgang met anderen inzien. Wie eigenwaarde kent, weet van eigen mogelijkheden en grenzen. Hoe meer gezonde eigenwaarde hoe meer echte nederigheid. Een predikant hoeft zich niet altijd een onnutte dienstknecht te vinden, hij mag zich ook een goede dienstknecht vinden. Hem zal lof ten deel vallen van God.”

Valse trots is volgens de docent het gevolg van „geperverteerde eigenwaarde.” Dat betreft mensen die kritiek hebben op anderen, zelf niet tegen kritiek kunnen en intussen bang zijn om door te mand te vallen. Het andere uiterste, een te gering gevoel van eigenwaarde, is ook een valkuil. Degenen bij wie de balans niet in evenwicht is, zullen gauw uit het veld geslagen raken als er kritiek komt.

Een goede manier om met kritiek om te gaan is, volgens de universitair docent, „afstand nemen van de kritiek en er de volgende dag opnieuw naar kijken.” Het kan zijn dat de kritiek terecht is en dat de ontvanger zich moet verontschuldigen, maar het kan ook zijn dat de kritiek onterecht is. Het kan dan gaan om processen die spelen in een gemeente -bijvoorbeeld de invoering van een liedboek- die de predikant niet in gang gezet heeft, maar waarop hij wel kritiek krijgt. „Neem afstand. De conflicten en angsten hebben te maken met anderen.”

Een predikant hoeft, aldus dr. Van der Meulen, niet alles zomaar over zich heen te laten komen als mensen kritiek hebben op de kerk. „Dat u mij de deur wijst, moet u zelf weten, maar dat u mij uitscheldt, heb ik niet verdiend”, zei een predikant eens tegen iemand die geen gesprek met hem wilde en begon te schelden.

Humor is een goed middel om de zaken te relativeren, meent dr. Van der Meulen. „Ik ken mensen om wie ik kan lachen. Ik kan ook om mezelf lachen. „Aan het werk dominee?” vroeg een gemeentelid aan een predikant die het gras maaide na een moeilijke begrafenis. „Ja, eindelijk”, zei de predikant. „Dominee, het gonst in de gemeente”, vervolgde het gemeentelid, dat wilde roddelen. „Van de werkbijen?” vroeg de predikant. De roddel was in de kiem gesmoord.”

Dr. G. W. Marchal, hervormd predikant in Beekbergen, stond stil bij enkele passages in de Bijbel waarin het gaat over kritiek op voorgangers. De ene plaats is Numeri 20:1-13, waar het volk tegen Mozes in opstand komt. Het andere tekstgedeelte is 1 Korinthe 4:1-5. „De verhouding tussen Paulus en Korinthe was uiterst gespannen. Korinthe was een plaats met excessen op moreel gebied. Paulus had hen in een brief gewaarschuwd en hij had Timótheüs gezonden, maar het had allemaal niet geholpen. De gemeente had zowel kritiek op de persoon van Paulus als op zijn prediking, voorgangers werden tegen elkaar uitgespeeld. Mensen gooiden met modder, maar ze raakten daarmee zelf de grond kwijt. Paulus gaat dan niet meer in debat om zijn gelijk te halen, maar hij gaat in hoger beroep. Hij wist zich boven het verziekte en ziekmakende circuit uitgetild en gaf het oordeel uit handen, ook het oordeel over zichzelf. Soms hebben we geen andere keus dan in hoger beroep te gaan en dus het oordeel op te schorten. Je ziet ervan af om elkaar te bestoken met dingen die zo veel energie vreten, teneinde deze kostbare energie in te zetten voor wat werkelijk van je verwacht wordt.”

Tijdens de bespreking bleek dat er veel verschil is in kritiek. Als een gemeentelid zegt dat er geen voorbede gedaan is voor een bruidspaar ligt dat op een ander vlak dan wanneer iemand in de lijdenstijd de predikant beschuldigt te weinig over het lijden van Christus te preken. „Die God van u is mijn God niet”, is heel fundamentele kritiek, zo werd gezegd. Het overkwam een van de aanwezige predikanten, die er diep door geraakt werd. „In zo’n geval is het niet eenvoudig om met kritiek om te gaan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer