Optimisme Rice smoort in bloed
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice wilde met haar verrassingsbezoek in het pinksterweekeinde aan Irak een boodschap van hoop en vertrouwen verspreiden. Maar de treurige balans van de trip was dat het geweld in het Arabische land in alle hevigheid doorgaat. Zondag en maandag vielen er zeker weer vijftig doden. Onder de doden waren ditmaal ook zeker zes journalisten, uit Koeweit en uit Irak.
Rice was zondag de eerste hoge Amerikaanse functionaris die Irak bezocht sinds de nieuwe Iraakse regering begin mei is gevormd. De bewindsvrouw bracht eerst een bezoek aan de noordelijke stad Arbil in het Koerdische deel van Irak en reisde vervolgens naar Bagdad voor gesprekken met premier Ibrahim Jaafari en president Jalal Talabani.
Rice sprak haar vertrouwen uit in de nieuwe Iraakse regering, maar toonde zich bezorgd over het aanhoudende geweld in Irak, dat volgens haar alleen kan worden overwonnen door een „sterk politiek alternatief". In een voormalig paleis van Saddam Hussein probeerde Rice ook enkele honderden Amerikaanse militairen moed in te praten. „Deze oorlog kwam op ons af, niet omgekeerd", zei ze over de Amerikaanse invasie in Irak in 2003.
In een gesprek met The New York Times van maandag gaf Rice aan dat haar bezoek aan Irak vooral ook een politieke bedoeling had. Washington wil voorkomen dat de soennitische moslims in het land politiek buitenspel raken in het door sjiieten en Koerden gedomineerde nieuwe bestuur. Rice is zeer bevreesd dat de overwegend door soennieten geleide gewapende opstand in Irak uitmondt in een nieuwe burgeroorlog. Dat zou een afgang zijn voor haar baas president Bush, die Irak juist heeft gepresenteerd als een nieuw baken van democratie in de regio.
De soennitische leider van de terreurorganisatie al–Qaeda in Irak, Abu Musab al–Zarqawi, zou vorige week gewond zijn geraakt en in een ziekenhuis in Irak zijn behandeld. De Britse Sunday Times citeerde een arts die zei dat hij al–Zarqawi woensdag heeft behandeld toen deze hevig bloedend een ziekenhuis werd binnengebracht in Ramadi. De arts, die anoniem wil blijven, wilde niet zeggen wat de verwondingen waren.
Het bezoek van Rice volgde op het einde van een grootschalig offensief van Amerikaanse en Iraakse troepen in westelijk Irak tegen opstandelingen. Volgens Amerikaanse opgave vonden tijdens Operatie Matador aan de grens met Syrië zeker 125 rebellen de dood. Het aantal Amerikaanse doden was volgens het Pentagon negen.
Rice zei maandag dat Syrië nog altijd een kwalijke rol speelt in de opstand in Irak. Het land zou toestaan dat rebellen zich op Syrische bodem (her)groeperen of er kunnen vluchten na een aanslag. Syrië heeft soortgelijke Amerikaanse beschuldigingen steeds verworpen. Volgens Rice is Syrië verantwoordelijk voor de dood van onschuldige Iraakse burgers. Ze drong er bij Damascus op aan eindelijk stappen te ondernemen tegen „buitenlandse terroristen" die Syrië gebruiken als uitvalsbasis voor operaties in Irak.