Uit een rapport van de rekenkamer blijkt dat prins Andrew een goede deal heeft gemaakt over de Royal Lodge in Windsor Great Park.

Het landhuis was leeg komen te staan door het overlijden van Andrews grootmoeder. Hij betaalde na onderhandelingen 1 miljoen pond (ongeveer 1,5 miljoen euro) voor het recht om er 75 jaar te mogen wonen. Dat betekent dat Andrew, de hertog van Windsor, per week slechts ongeveer 250 pond (nog geen 400 euro) neertelt voor het dertig vertrekkende tellende pand met een aantal bijgebouwen.

Andrews broer Edward, de graaf van Wessex, betaalt per week 192 pond (nog geen 300 euro) voor zijn 57 kamers tellende Victoriaanse landhuis met stallen en een apart gastenverblijf. Dat is nog geen 5 procent van de prijs die de gewone man voor een dergelijk object kwijt is.

Hij komt zo laag uit omdat hij van de afgesproken huurprijs van 90.000 pond 80.000 pond niet zelf hoeft te betalen omdat hij de stallen aan een farmaceutisch bedrijf heeft verhuurd, waardoor hij zelf maar 10.000 pond hoeft op te brengen.

Zowel Andrew als Edward krijgt een uitkering van bijna 250.000 pond per jaar (ruim 375.000 euro) omdat zij lid zijn van de koninklijke familie. Verder krijgt Andrew een pensioen van de marine en verdient Edward 80.000 pond met de verhuur van zijn stallen. Beiden beschikken over een miljoenenvermogen.

De oudste broer van Edward en Andrew, Charles, ligt al onder vuur van de rekenkamer omdat hij geen belastingen betaalt over de winsten die hij maakt via zijn hertogdom in Cornwall.

De beheerder van de koninklijke onroerende goederen, de Crown Estate, stelt dat de Royal Lodge niet via normale kanalen te verhuren is wegens veiligheidsrisico’s. Bovendien zou de afgesproken prijs in orde zijn.

Ook de huur die Edward betaalt voor Bagshot Park zou „in overeenstemming met de prijs op markt” zijn. Makelaars zeiden tegen The Times dat op de vastgoedmarkt zeker achtmaal zo veel betaald zou moeten worden voor Bagshot Park.