Referendumwijzer is onbetrouwbaar
Veel burgers weten nog niet of ze voor of tegen de Europese grondwet zullen stemmen. Drs. J. A. Schippers
laat zien dat de referendumwijzer van het Instituut voor Publiek en Politiek een onbetrouwbare gids is. Wie de website www.referendumwijzer.nl raadpleegt voor een objectief stemadvies, loopt gerede kans op het verkeerde been te worden gezet. Opvallend is dat over een aantal in het oog springende zaken geen enkele stelling is geformuleerd. Tevergeefs zoek je naar zoiets als: ”In de EU dienen de grote landen niet meer macht te krijgen”. De referendumwijzer verzwijgt ook dat de Europese Unie zónder instemming van de nationale parlementen haar bevoegdheden mag uitbreiden. In eurojargon heet dit grondwetsartikel ”flexibiliteitsclausule”.
Dan werpen we een kritische blik op de stellingen uit de referendumwijzer. We noemen een aantal voorbeelden. Stelling 3 luidt: ”Het Nederlandse parlement moet samen met een aantal andere parlementen een voorstel van de Unie kunnen terugsturen.” Natuurlijk bent u het daarmee eens. Maar wat u misschien niet weet, is dat de Europese Commissie vervolgens nergens toe verplicht is. Zij kan gewoon haar voorstel handhaven, ook al wil een aantal nationale parlementen dat niet. De regel is een wassen neus.
Chantagemiddel
Dan stelling 5: ”De Raad van Ministers moet achter gesloten deuren vergaderen.” Dat gaat nergens over. Want wat gebeurt er als de Raad van Ministers wel verplicht wordt om in het openbaar te vergaderen? U raadt het al: Dan worden de deals in de wandelgangen of in de achterkamertjes gesloten. Want bij de besluitvorming in de raad gaat het om een diplomatiek proces. In de onderhandelingen duwen en trekken lidstaten met elkaar. Het zit in de aard van het proces dat dit niet in het openbaar geschiedt.
Stelling 6 meldt dat elke lidstaat het recht heeft om het lidmaatschap van de EU op te zeggen. Iedereen voor. En iedereen maar denken: Wat goed hè, die Europese grondwet! De eurofractie vindt dit artikel over uittreding slechts symbolisch. Hoogstens kunnen grote lidstaten het gebruiken als chantagemiddel om kleinere landen onder druk te zetten. Als Nederlander schiet je niets op met deze bepaling in de Europese grondwet.
Bij het onderdeel sociaal beleid en economie treffen we twee stellingen aan over grondrechten en discriminatie. Hoort dit nu ook al tot het vakgebied van de economie? De ene stelling zegt dat de EU grondrechten moet vastleggen voor haar burgers. Deze formulering deugt niet. Het probleem is juist dat de nationale grondwetten allang grondrechten bevatten voor hun burgers.
Open deur
Het gaat dus om de vraag of de kiezer wil dat de EU in haar verdrag dingen gaat opnemen die een doublure vormen ten opzichte van de nationale grondwetten. Met als mogelijk gevolg dat de EU zich met veel meer zaken bemoeit. Of dat de Europese rechters gaan bepalen hoe de lidstaten grondrechten moeten interpreteren en toepassen! Het is niet ondenkbaar dat de Nederlandse onderwijsvrijheid hierdoor in het gedrang komt.
Dan volgt de stelling dat het Europees Parlement moet meebeslissen over wetten tegen discriminatie. Elke democraat stemt natuurlijk voor. Maar de stelling meldt niet dat de uitzonderingen in de Algemene wet gelijke behandeling hierdoor gevaar lopen. De EU zou bijvoorbeeld kunnen bepalen dat een instelling geen consequenties mag verbinden aan ethische opvattingen van een werknemer, wanneer die in strijd zijn met haar identiteit. Alweer dreigt het risico dat de EU de nationale beleidsvrijheid inperkt. Maar dáárover zwijgt de referendumwijzer.
Stelling 15 trapt een open deur in: ”De EU dient in al haar beleid rekening te houden met het milieu”. Deze regel staat al in de huidige EU-verdragen. Dus ben je om deze reden tegen de grondwet -of juist voor-; er verandert gewoon niets! Als er dan toch over onveranderde zaken stellingen worden geponeerd, dan graag één toevoegen over de commercialisering van de zorg en de mediasector, die de EU zo sterk bevordert.
Traditie
Ten slotte komen we nog bij stelling 8 terecht: ”De EU moet regelmatig overleg voeren met kerken”. Daar ben je als christen niet op tegen, mits de EU zich bij haar gesprekken niet beperkt tot de curie in Rome en daarmee verwante bisschoppen, maar ook eens met ’gewone’ ambtsdragers in Utrecht en Apeldoorn gaat praten.
Intussen gaat de stemwijzer voorbij aan een zwaarwegender punt: De EU-grondwet verwijst namelijk niet naar de joods-christelijke traditie, waar Europa heel veel aan te danken heeft. Daarentegen bejubelt de grondwet wel het verlichtingsideaal en de individuele zelfbeschikking. Wanneer de EU in haar grondwet doelbewust de Europese geschiedenis miskent, lijkt het erop dat de europeanisering ideologische trekken krijgt. Dat ligt natuurlijk niet aan de stemwijzer, want die is objectief. Zelfs zó objectief dat hij uw mening hierover alleen bevraagt op een ondergeschikt punt!
De auteur is beleidsmedewerker van de eurofractie ChristenUnie-SGP.