„Geen vlucht regering uit Hoek van Holland”
In de officierskamer van het pantserfort in Hoek van Holland vindt de laatste ministerraad plaats op Nederlandse bodem. De Duitsers zijn enkele dagen eerder het land binnengevallen. Onderwijl vaart koningin Wilhelmina samen met een handjevol vertrouwelingen op een Britse torpedobootjager naar Engeland.
Dat was op 13 mei 1940, vrijdag precies 65 jaar geleden. De historische gebeurtenis wordt vrijdagmiddag in Hoek van Holland herdacht. Staatssecretaris Van der Knaap van Defensie onthult in de vertrekhal van Stena Line -de plek waar de regering 65 jaar geleden Nederland verliet- een plaquette.
Zaterdag is er een historische parade in Hoek van Holland. Vanaf het fort aan de Stationsweg, dat in 1889 in gebruik is genomen, spelen vrijwilligers de tocht meermalen na. Met behulp van vrachtwagens, personenauto’s, oude kleding en uniformen, kruipen zij in de huid van de koningin en het kabinet.
Het zinde koningin Wilhelmina eigenlijk niet om haar land te verlaten. Zij wilde naar Breskens op Zeeuws-Vlaanderen. „Om daar vechtend van boerderij naar boerderij te trekken”, zegt Dirk Ruis, bestuurslid van het fort.
Zeeland blijkt lastig, want dan moet ze mijnenvelden passeren. Eenmaal toch op weg -gezwicht onder de druk van het staatshoofd- gaat het gerucht dat Breskens zal worden gebombardeerd. Het oorlogsschip wijkt daarom alsnog uit naar Engeland. „Wilhelmina gaat tandenknarsend akkoord.”
Ruis, vrijwilliger van de stichting Fort aan den Hoek van Holland, is goed op de hoogte. Vijfenzestig jaar na dato heeft hij een boekje geschreven over het vertrek van de koningin en haar ministers van het kabinet-De Geer.
Hij spreekt niet van een vlucht. „De ministers hebben hun vrouw en kinderen achtergelaten. In de torpedobootjager was genoeg ruimte. Ze hebben thuis alleen wat spullen als een tandenborstel en hun pyjama opgehaald.”
Terwijl Wilhelmina al op volle zee zit, is het in Hoek van Holland hectisch. Bommen slaan in naast het fort. Ook de kanonnen in het verdedigingswerk spugen kogels van 215 kilogram uit, waardoor het gebouw moet hebben getrild op de grondvesten. Opgepakte NSB’ers worden binnengebracht, essentiële beslissingen dienen te worden genomen.
Al op 12 mei 1940 zijn de omstandigheden in Den Haag voor de ministers te bedreigend geworden. Daarom moeten zij zo snel mogelijk de stad verlaten. Bij toeval komen de ministers in het fort terecht, de Koningin is dan al op zee. Zij heeft het verdedigingswerk nooit bezocht.
De politici rijden -uren nadat Wilhelmina ongeveer dezelfde route heeft afgelegd- ook via het Westland naar De Hoek. Beide stoeten gaan onder begeleiding van een escorte - „met allebei een geweer en twee handgranaten.” Groepjes Duitsers zwerven immers door het gebied, op zoek naar hun makkers.
Koningin Wilhelmina heeft de escortes een duidelijke opdracht meegegeven: Niet schieten op onschuldige mensen. Die paar mensen die zij onderweg tegenkomen, moeten stil met hun handen in de lucht blijven staan.