Noord-Koreanen blijven Amerika tergen - en omgekeerd
Het was deze week géén wereldnieuws en toch was het een bericht met mogelijk verstrekkende gevolgen: Noord-Korea maakte bekend alle 8000 nucleaire brandstofstaven uit zijn reactor in Yongbyon verwijderd te hebben met als doel plutonium voor (meer) kernwapens te winnen. Voor waarnemers was het opnieuw reden om president Bush te manen eens op te houden met ondiplomatieke scheldkanonnades aan het adres van het Noord-Koreaanse regime.
Met het leeghalen van de reactor werd in ieder geval een raadsel opgelost waarmee Noord-Korea-’watchers’ al anderhalve maand worstelden: Waarom hadden de Noord-Koreanen de Yongbyon-centrale begin april gesloten? Was het voor onderhoud? Om te intimideren? Of om de staven te verwijderen en er plutonium voor kernwapens uit te halen? Deze week werd dus duidelijk dat het laatste inderdaad het geval was, hoewel… het verlossende antwoord kwam van de Noord-Koreanen zelf, dus weet je nooit zeker of het ook de waarheid is. De 5-megawatt-centrale bij Yongbyon heeft inmiddels een behoorlijke staat van dienst wat schokkende ontwikkelingen betreft.
Hij heeft een capaciteit van 5 megawatt, is gasgekoeld en gebouwd volgens het ontwerp van de Calder Hal-reactor (van Britse makelij) uit de jaren ’50. De reactor gebruikt natuurlijk uranium en grafiet - twee stoffen die Noord-Korea zelf in grote voorraden in de grond heeft zitten. De brandstofstaven die deze week werden weggehaald, zaten in groepjes van tien opgeslagen in 812 kanalen. Elke staaf meet 50 centimeter en heeft een diameter van 3 centimeter. Gewicht: ruim 6 kilo per stuk.
De reactor werd operationeel in 1986, maar kwam op grond van het zogenaamde ”Agreed Framework” van oktober ’94 tot stilstand. Dat framework betrof een akkoord tussen Washington en Pyongyang om het Noord-Koreaanse nucleaire programma te stoppen in ruil voor Amerikaanse energiehulp. Het akkoord werd eind 2002 opgeblazen toen de VS Noord-Korea ervan beschuldigden in het geheim toch te werken aan een kernwapen. Pyongyang besloot daarop zijn nucleaire programma weer op te pakken. In februari 2003 werd ’Yongbyon’ herstart.
De reactor was dus ruim twee jaar operationeel voordat hij begin april dichtging, aldus Daniel Pinkston deze week in een analyse. De Noord-Korea-kenner Pinkston leidt het Oost-Azië-programma van het Centrum voor Non-proliferatie Studies aan de universiteit van Monterey in Californie. Op basis van die periode van twee jaar concludeerde hij dat de centrale ongeveer 5,5 kilo plutonium per jaar heeft geproduceerd. In totaal is er uit de reactor dus zo’n 11 kilo plutonium te winnen, goed voor één tot drie kernbommen. Het land had al genoeg plutonium voor de productie van zes tot acht kernwapens.
Vanwege de extreem hoge radioactiviteit en de hoge temperatuur van de staven zullen ze eerst in een soort bassin gekoeld moeten worden en zal het nog zeker een halfjaar duren voordat de staven kunnen worden gebruikt voor plutoniumwinning. Of het daar ook daadwerkelijk van komt, moet worden afgewacht. Dat winningsproces kan in ieder geval moeilijk verborgen blijven, stelt Pinkston. Zo komt er krypton-85 vrij, een radioactief gas dat nog ver van de productieplek kan worden opgevangen. Verder zal rond die locatie sprake zijn van een flinke temperatuurverhoging, en dat is met infraroodsensoren op satellieten goed op te sporen.
Een hoge temperatuur was deze week ook te meten onder diplomaten in onder meer de VS, China en Zuid-Korea. Want het nieuws uit Pyongyang maakt de kans op vredesoverleg met Noord-Korea er niet reëler op . Al sinds juni vorig jaar zit dat overleg in het slop - het gaat hier om het zogenaamde zespartijenoverleg waaraan de VS, Rusland, China, Japan, Zuid-Korea en Noord-Korea meedoen. Washington eist van Pyongyang terugkeer naar de zeshoekige onderhandelingstafel; Pyongyang wil eerst concessies van de VS.
Pinkston vindt dat president Bush met zijn onbuigzame eis een gevaarlijke patstelling in stand houdt. „Het zespartijenoverleg biedt de Noord-Koreanen onvoldoende veiligheidsgaranties en dat is juist de voorwaarde om hun kernwapenprogramma op zijn minst te bevriezen. En alleen de VS kunnen de Noord-Koreanen voldoende veiligheidsgaranties geven waardoor ze mogelijk bereid zijn tot nucleaire concessies. De Noord-Koreanen zelf zeggen dat ook en gaan nog een stap verder: Zolang de Amerikanen uit zijn op ”regime change” (verwijdering van het regime van Kim Jong Il) in plaats van erkenning van zijn bewind, is er reden om kernwapens te blijven maken.
Waarom niet meer flexibiliteit van de Amerikanen, vraagt Pinkston zich af, als je daarmee de zaak weer vlot kunt trekken? Waarom niet bilateraal overleg tussen Washington en Pyongyang, zoals de Noord-Koreanen willen, in combinatie met en niet in plaats van het zespartijenoverleg? De VS verwerpen zulk bilateraal overleg als een beloning van slecht gedrag, maar intussen leidt de patstelling die daardoor is ontstaan wél tot de productie van meer kernwapens op Noord-Koreaans grondgebied.
Pinkston zelf zou bereid zijn tot diplomatieke erkenning en het geven van veiligheidsgaranties aan Pyongyang als dat Noord-Korea weer terug brengt aan de onderhandelingstafel en tot het doen van concessies. Alleen op enkele andere zaken is soepelheid níét aan te raden, aldus Pinkston: Controle op naleving van ontwapeningsafspraken, inspecties van locaties en soortgelijke verificatieprocedures.
Ralph Cossa, president van het Pacific Forum CSIS (op Hawaï), hekelde deze week de in zijn oren ontactische grootspraak van Bush in de media. „Als Bush werkelijk een diplomatieke oplossing wil via het zespartijenoverleg dan moet hij zich wat diplomatieker uitdrukken, stelt Cossa. Bush typeerde Kim Jong Il nog onlangs publiekelijk als „een gevaarlijk figuur”, en „een tiran”, die zijn volk van honger laat sterven. Allemaal waar natuurlijk, maar hoogst ontactisch als je een diplomatieke oplossing wilt. Vooral de andere deelnemers aan het zespartijenoverleg weten daardoor niet waar ze aan toe zijn: Is Bush toch uit op ”regime change” in Noord-Korea en zo ja, wat heeft hij ons als gesprekspartners dan nog te zeggen? Door zijn agressieve taal drijft Bush de Noord-Koreanen juist weg van de onderhandelingstafel.
Begin deze week leek het erop dat de Amerikanen aan het bijdraaien zijn. Toen werd de zogenaamde ”New York Channel” weer van stal gehaald: exclusief informeel vooroverleg tussen de VS en Noord-Korea om het zespartijenoverleg weer vlot te trekken. Al eerder hebben de Amerikanen zulk overleg toegestaan - op 30 november en 3 december vorig jaar in New York en ook nu zou men ervoor voelen. Kennelijk beginnen de geheimzinnige handelingen bij Yongbyon de Amerikanen ook zorgen te baren.
Maar of het nog tot iets zal leiden? De Noord-Korea-kenner Selig Harrison reisde begin april door Noord-Korea en sprak daar met verschillende diplomaten. In zijn reisverslag maakt hij melding van een „goed” en een „slecht” bericht. Het goede nieuws is dat de Noord-Koreanen zeiden bereid te zijn tot een nieuwe bevriezing van hun kernwapenprogramma. Het slechte nieuws was dat hem te verstaan werd gegeven dat Noord-Korea niet langer bereid is zijn bestaande kernwapenarsenaal ter discussie te stellen. Noord-Korea zou zichzelf inmiddels als kernwapenstaat op gelijke hoogte stellen met supermacht VS en zou dat ook kennelijk zo willen houden. Dat de Amerikanen die positie zullen dulden is zeer onwaarschijnlijk. Als het maar geen nieuwe scheldkanonnades van Bush oplevert.