Volgens de onderzoekers, van een commissie van Provinciale Staten, ontstaan de knelpunten in het jeugdzorgbeleid door onduidelijke regelgeving, onduidelijke financiering en de verschillende visies op de jeugdzorgproblematiek van de provincie, het Bureau Jeugdzorg en de jeugdzorginstellingen.

Het rapport komt uit in een tijd dat gedeputeerde R. Augusteijn en de jeugdzorginstellingen in Brabant met elkaar in de clinch liggen. Eerder kregen de jeugdzorgaanbieders een extra subsidie om de wachtlijsten verder terug te dringen. De gedeputeerde plaatste de jeugdzorg half maart onder curatele toen de organisaties om nog een extra geldinjectie vroegen terwijl de wachtlijsten zouden zijn gegroeid.

Inmiddels hebben de jeugdzorgaanbieders hun maandelijkse beraad met de gedeputeerde tot nader orde opgeschort. Zij eisen dat Augusteijn publiekelijk grievende uitlatingen over de jeugdzorg herroept omdat deze zijn gedaan op basis van onjuiste gegevens.

Volgens recente cijfers blijkt dat de zorgaanbieders in 2004 15 procent meer jeugdigen hebben geholpen dan in 2003. Met de extra geldinjectie van de provincie van 1,8 miljoen euro werden nog eens 699 jeugdigen geholpen, 41 procent meer dan afgesproken.

De commissie beleidsevaluatie werd ingesteld voordat de ruzie tussen de gedeputeerde en de jeugdzorginstellingen begon. De commissie moest onderzoeken of de provincie, Bureau Jeugdzorg en de jeugdzorginstelling voldoen aan de eisen van de nieuwe wet op de jeugdzorg, die dit jaar in werking is getreden. Volgens die wet worden de jeugdzorginstellingen vanaf 2007 op een andere manier gefinancierd.

De commissie is zeer kritisch in haar rapport over de huidige stand van zaken. Volgens de onderzoekers heeft de provincie geen visie op het te maken jeugdzorgbeleid. Zo is de provinciale financiële en justitiële expertise onvoldoende om het bureau jeugdzorg en de zorgaanbieders goed te kunnen aansturen. Ook heeft de provincie te weinig concrete, richtinggevende en verplichtende afspraken gemaakt met de gemeenten om aan de nieuwe jeugdzorgwet te kunnen voldoen.

Naast de provincie krijgen ook de jeugdzorginstellingen ervan langs. Volgens de onderzoekscommissie zijn ze nog niet klaar voor de nieuwe wet en moeten ze vaart maken om hun organisatie zodanig te veranderen dat ze aan de nieuwe eisen voldoen. Alleen Bureau Jeugdzorg, de toegangspoort tot de jeugdzorg, scoort een voldoende in de ogen van de commissie. „Het Bureau Jeugdzorg lijkt redelijk toegerust om zijn veranderde taken te kunnen uitvoeren.”