Vakbond eist opheldering over brand Catshuis
Een jaar na de dodelijke brand in het Catshuis in Den Haag is er nog altijd geen duidelijkheid over de toedracht. „Te gek voor woorden", zegt een woordvoerster van vakbond FNV Bouw. De bond wil zo snel mogelijk opheldering over de brand. Die eiste het leven van een 49–jarige schilder uit Oud–Alblas en veroorzaakte een schadepost van ongeveer 30 miljoen euro.
De brand in de ambtswoning van premier Balkenende had plaats op zaterdagmorgen 15 mei vorig jaar. Twee schilders waren bezig met werkzaamheden aan de vloer toen de brand ontstond. De brandweer en FNV Bouw vermoeden dat gebruik is gemaakt van thinner, een zeer giftige, explosieve en brandbare stof die verboden is bij binnenwerkzaamheden.
De vakbond stelt vast dat het Openbaar Ministerie (OM) ondanks herhaaldelijk aandringen nog altijd geen duidelijkheid heeft verschaft over de toedracht. „Ook op Kamervragen kwam tot nu toe geen bevredigend antwoord", aldus FNV Bouw.
De werknemersorganisatie waarschuwt ervoor dat „de schijn kan ontstaan dat autoriteiten de gang van zaken in een beeldbepalend overheidsgebouw voor de buitenwereld verborgen willen houden". Daarbij wordt verwezen naar het waarschijnlijke gebruik van thinner door de schilders.
FNV Bouw erkent dat de verantwoordelijkheid voor het gebruik van dit verboden middel bij de werkgever van de schilders ligt. „Maar ook de rol van de opdrachtgever, de Rijksgebouwendienst, moet onder de loep worden genomen. Onbekend is immers tot dusver of bepaalde middelen in het bestek voorkwamen".
Een woordvoerder van het OM laat weten dat het strafrechtelijk onderzoek naar de brand in het Catshuis al enige tijd is afgerond. Er is een verdachte in beeld. De advocaat van die verdachte wil dat er nog vijf getuigen worden verhoord. Zodra dat is gebeurd, neemt justitie een beslissing over mogelijke strafrechtelijke vervolging in de zaak. Een dergelijke beslissing wordt waarschijnlijk ergens in de zomer genomen.