Buitenland

„Geen knuffel, maar 26 rozen op je graf”

De begraafplaats voor de slachtoffers van de genocide in Srebrenica vormt vanaf 11 juli de laatste rustplaats voor nog eens 400 geïdentificeerde lichamen. Nu liggen hier al 1327 slachtoffers begraven. Het herinneringscentrum in het nabij Srebrenica gelegen Potocari werd geopend in 2003 en trekt sindsdien belangstellenden vanuit de hele wereld.

ANP
9 May 2005 10:53Gewijzigd op 14 November 2020 02:31
POTOCARI - De begraafplaats bij het herinneringscentrum in Potocari. Tien jaar na de genocide in Srebrenica opent het herdenkingscentrum in die gemeente op 11 juli de zwarte kamer, het nieuwste onderdeel van het complex. - Foto ANP
POTOCARI - De begraafplaats bij het herinneringscentrum in Potocari. Tien jaar na de genocide in Srebrenica opent het herdenkingscentrum in die gemeente op 11 juli de zwarte kamer, het nieuwste onderdeel van het complex. - Foto ANP

Het gastenboek bij de ingang van het herinneringscentrum staat vol met teksten die grote treurnis beschrijven. Zo schreef de met haar ouders naar de Verenigde Staten gevluchte Sazha Osmanovic op 24 februari aan haar vermoorde zus: „Lieve Edin, vandaag op je 26e verjaardag zou ik je willen knuffelen. Maar in plaats daarvan leg ik 26 rozen op je graf.”

De begraafplaats en de bijbehorende expositieruimte zijn de eerste resultaten van een plan dat over enkele jaren moet leiden tot een groot herinneringscentrum annex begraafplaats. „Hiermee willen we de mensen in Bosnië-Herzegovina en in de hele wereld blijvend herinneren aan wat er in juli 1995 is gebeurd”, zegt directeur M. Smajlovic van het herinneringscentrum. „De boodschap is dat de mensen niets hoeven te vergeten. En dat we moeten voorkomen dat zoiets verschrikkelijks nog eens plaatsheeft.”

Het herinneringscentrum is nu al een indrukwekkende plek. Behalve de graven van de slachtoffers is er ook plaats waar mensen kunnen bidden en is er een expositieruimte. Daarin hangen uitvergrote foto’s rond het thema Srebrenica.

Tot nog toe ontbreekt echter een duidelijke uitleg over wat er precies is gebeurd in juli 1995. Vanaf 11 juli komt daarin verandering. Op die dag heeft de tiende herdenking van de genocide plaats ter nagedachtenis aan de naar schatting 8000 tot 10.000 slachtoffers. Bij deze gelegenheid gaat ook de zwarte kamer open in het nieuwste gedeelte van het herdenkingscentrum.

De zwarte kamer bevat een galerij met 22 informatiezuilen. Daarin worden persoonlijke verhalen van slachtoffers gepresenteerd en foto’s van hen getoond. In iedere zuil komt ook een object te liggen, dat is aangetroffen bij het lichaam van het slachtoffer. Het kan dan gaan om zaken als een aansteker of een kledingstuk. Verder komt er een projectieruimte, waar constant een documentaire wordt getoond over het omvangrijkste geval van genocide in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog.

De kamer krijgt een plek in het fabriekscomplex tegenover de begraafplaats. „We plaatsen de kamer in een hal met een grote symbolische betekenis”, zegt Smajlovic. „Hier was het hoofdkwartier van Dutchbat gevestigd. En in de desbetreffende ruimte hebben op een bepaald moment 6000 mensen de nacht doorgebracht in doodsangst. Mensen overleden hier, terwijl er ook kinderen werden geboren.”

Voordat de nieuwste toevoeging aan het complex gereed is, moet er nog veel gebeuren. Smajlovic: „Er ligt nog veel puin dat moet worden opgeruimd en daarna moet de kamer nog worden geplaatst.” Voor 11 juli moet verder een meertalige website zijn opgetuigd waarop informatie is te vinden over het herinneringscentrum.

Het is nog onduidelijk wanneer het centrum precies af zal zijn. Het project is opgedeeld in een reeks kleine projecten. Uiteindelijk moet het complete fabrieksterrein een nieuwe functie krijgen. Er is plaats ingeruimd voor exposities, vergaderruimten voor nabestaanden en voor symposia, horecagelegenheden en een hotel. Alles bij elkaar gaat het om een investering van ongeveer 20 miljoen euro.

De bewoners van Srebrenica reageren volgens Smajlovic verdeeld op het centrum. „De bosniaks (moslims, red.) waarderen dit heel erg. Ze kunnen hun geliefden herdenken op de plek waar het allemaal gebeurd is. De Serviërs staan er een beetje apathisch tegenover. Ze hebben moeite om zich een houding te geven. Het is zwaar om het eigen gedrag onder ogen te zien. Ik verwacht dat het jaren zal duren voordat zij hier naar binnen zullen gaan.”

Smajlovic is wat dit betreft erg blij met het goede voorbeeld van alledrie de premiers van Bosnië-Herzegovina. Tot nu toe kwamen alleen de premiers van de moslims en van de Bosnische Kroaten naar de herdenking. Smajlovic: „Nog nooit was de Bosnisch-Servische premier aanwezig bij de herdenking. Nu gebeurt dat wel, en dat geeft hoop voor de toekomst.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer