„Karadzic gezien in Bosnië en Servië”
De voortvluchtige ex-leider van Bosnisch Servië, Radovan Karadzic, is de afgelopen maand tweemaal gesignaleerd.
De meest gezochte man van Europa werd op 14 april gespot in een restaurant in het zuidoosten van Bosnië, waar hij lunchte met zijn vrouw Ljiljana. Een week later werd hij met een broer gezien in de Servische hoofdstad Belgrado, berichtte het Britse dagblad The Guardian maandag.
De krant baseert zich op anonieme medewerkers van het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag die vermeende oorlogsmisdadigers uit de Balkanoorlogen van de jaren ’90 opsporen. Zij noemen de informatie zeldzaam en ongebruikelijk betrouwbaar.
De informatie is volgens The Guardian zo gevoelig dat het vorige week alleen is doorgespeeld aan de Servische autoriteiten. Hoofdaanklaagster Carla del Ponte van het tribunaal liet westerse inlichtingendiensten bewust in het ongewisse. Zij is ontevreden over hun inzet bij de zoektocht naar voortvluchtige verdachten en vreest dat de informatie wordt gelekt.
Karadzic bereidde zich tijdens de ontmoetingen met zijn familie ogenschijnlijk voor op het overlijden van zijn moeder Jovanka, die aan kanker leed. Zij stierf donderdag op 83-jarige leeftijd en werd zaterdag begraven. Karadzic bevond zich niet onder de honderden belangstellenden die op de begrafenis afkwamen.
Karadzic is een van de laatste tien voortvluchtigen op het ’verlanglijstje’ van het Joegoslavië-tribunaal. De psychiater was tussen 1992 en ’95 in het uiteengevallen Bosnië president van de etnische Serven. Hij is onder meer aangeklaagd voor genocide na de val van de enclave Srebrenica. In dit toevluchtsoord voor Bosnische moslims doodden Serviërs in 1995 circa 8000 mannen en jongens.