Buitenland

Polen verdeeld over deelname aan herdenking Tweede Wereldoorlog

Een aantal dagen voor de zestigste herdenking van het einde van de Tweede Wereldoorlog is er in Polen nog steeds een discussie gaande over Poolse deelname aan de plechtigheden. De ceremonie die op 9 mei in Moskou zal plaatsvinden, is veel Polen een doorn in het oog.

Rosanneke Jongbloed
6 May 2005 20:54Gewijzigd op 14 November 2020 02:31

Al sinds februari heeft de Poolse president Aleksander Kwasniewski aangegeven dat hij naar de herdenking zal gaan. Zijn verklaring bracht een explosie van reacties teweeg, niet alleen vanuit de politiek maar ook vanuit de bevolking. Velen vinden dat de president niet naar de herdenking moet gaan omdat Rusland volgens hen de negatieve gevolgen van de Jalta-conferentie voor Polen ontkent.

Tijdens deze conferentie praatten Stalin, Churchill en Roosevelt over het naoorlogse Europa. Het belangrijkste doel ervan was herstel van de landen die door het nazi-regime waren bezet en verwoest.

Het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken liet eerder in een verklaring weten dat „Jalta het verlangen bevestigde om van Polen een sterk, vrij, onafhankelijk en democratisch land te maken.” ’Jalta’, zo was te lezen in de verklaring op de website van het ministerie, „was het begin van een democratisch Europa.”

De Poolse bevolking voelt zich gekwetst door deze uitspraak en ziet de conferentie niet als het begin van democratie in hun land. Polen had nog jarenlang veel te lijden onder de invloed van de Sovjet-Unie. Van een onafhankelijke democratie was vanuit Pools oogpunt geen sprake.

Ook president Kwasniewski vindt de verklaring van de Russische diplomaten dat ’Jalta’ het begin was van een democratisch Europa „historisch onjuist.” Toch ziet hij genoeg redenen om de herdenking in Moskou wel bij te wonen, zo gaf hij de afgelopen maanden in de Poolse media aan. „De discussie over het einde van de Tweede Wereldoorlog moet niet alleen gaan over de politieke aspecten. We moeten niet vergeten dat Sovjet-soldaten Polen hebben bevrijd en daardoor vrienden van ons land zijn.”

De president benadrukte ook dat goede banden met een buurland als Rusland noodzakelijk zijn voor de toekomst van Polen. „We moeten Rusland niet beledigen, omdat dat consequenties kan hebben voor onze toekomstige relatie.”

Vanuit de oppositie zijn er veel bezwaren tegen het bezoek van de president aan Moskou. Zijn aanwezigheid in Moskou zou alleen zin hebben als hij in een officiële speech de visie van Polen op ’Jalta’ en de Tweede Wereldoorlog kan uiten. Krijgt hij die kans van de Russen niet, dan moet hij ook niet present zijn bij de herdenking.

Een andere controversiële kwestie voor de Polen is de kwestie-Katyn. Deze gevoelige historische gebeurtenis is nog altijd het grootste struikelblok in de moeizame Pools-Russische relatie. In 1943 werd er bij de plaats Katyn in het bos een massagraf ontdekt met daarin de lichamen van meer dan 4000 Poolse officieren. Doordat Duitsland en Rusland elkaar verantwoordelijk hielden voor de massamoord, wist Polen een tijdlang niet zeker wie de dader was. Pas in 1990 gaf de Russische president Gorbatsjov toe dat de massamoord in opdracht van Stalin was uitgevoerd.

’Katyn’ is vandaag de dag nog steeds een open wond in de relatie tussen Warschau en Moskou. Dat Rusland weigert om de documenten erover openbaar te maken, maakt de spanningen alleen maar intenser. Polen wil duidelijkheid over het lot van zijn soldaten en eist dat Rusland de details over de massamoord bekendmaakt.

Onder de bevolking van Warschau zijn de meningen over de aanwezigheid van de Poolse president in Rusland verdeeld. Het is opvallend dat vooral ouderen toegeven dat ze zich gekwetst zouden voelen als de president aan de ceremonie zou deelnemen. Aan de andere kant begrijpen ze ook wel dat als hij gaat, het in het belang van Polen is.

Dat is ook de mening van de 69-jarige Anna Kawalska. „Ik heb er gemengde gevoelens over. Als we een goede relatie met Rusland willen hebben, moet hij gaan. Maar als ik dan aan de geschiedenis denk, vind ik dat hij niet moet gaan. Toch is politiek maar politiek en in dat opzicht moet hij gaan.”

De 23-jarige Jan Babiec volgt de hele kwestie op de voet. „Ik vind dat president Kwasniewski wél moet gaan, maar dan alleen als hij over ’Katyn’ en over ’Jalta’ praat, over hoe wij ons voelen. Hij moet zeggen dat wij niet van de Russische politiek houden. Ze hebben wel documenten over ’Katyn’, maar ze weigeren simpelweg om die vrij te geven. Als hij gaat en nergens over praat dan zou ik erg kwaad zijn.”

Toch vinden de meeste jongeren dat de president zijn opwachting in Moskou dient te maken, omdat alle regeringsleiders vertegenwoordigd zijn. Ook de toekomstige relatie met Rusland speelt bij hen een rol.

Als een van de weinige ouderen vindt de 65-jarige Daniel Pracek dat de president hoe dan ook naar Rusland moet gaan. „Rusland was het enige land dat zich in 1945 nog met ons bemoeide. De westerse landen lieten zich niet zien of horen. Trouwens, hij moet sowieso gaan als eerbetoon aan onze soldaten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer