Economie

Poging euroschade te claimen oogst kritiek

De initiatiefnemers die zich sterk maken om voor burgers de schade te claimen die zij hebben geleden door de invoering van een te dure euro, zijn eenzijdig bezig. Dat stelt hoogleraar financiering C. Kool van de Utrecht School of Economics, onderdeel van de Universiteit Utrecht.

Redactie economie
6 May 2005 20:34Gewijzigd op 14 November 2020 02:31

Aanleiding voor zijn uitspraak is het initiatief van twee mannen uit Rijswijk en Voorburg die „kokend van woede de stoute schoenen hebben aangetrokken”, zo meldde het persbericht op hun website www.wisselverlies.org. Op deze site kunnen mensen direct laten berekenen hoe veel wisselverlies ze hebben geleden met hun (spaar)geld en eventuele aandelen en obligaties.

Het initiatief is een reactie op de ophef die vorige week ontstond toen De Nederlandsche Bank en minister Zalm (Financiën) toegaven dat bij de omwisseling naar de euro in 2002 de gulden te laag was gewaardeerd. Dat betekent feitelijk dat mensen toen minder euro’s voor hun guldens hebben ontvangen. De overheid erkende een wisselverlies van 5 tot 10 procent. Maar de nieuwe stichting stelt dat het verlies kan oplopen tot 20 procent.

Hoogleraar Kool merkte vrijdag op dat de te lage koers van de gulden tegenover de euro niet alleen nadelen, maar ook voordelen heeft gehad voor de burgers in Nederland. „Het contante geld dat consumenten op een spaarrekening hadden staan, is bij de omwisseling naar euro’s in waarde verminderd. Maar mensen met flinke schulden, onder wie ook huiseigenaren met een forse hypotheek, zagen hun financiële verplichtingen in reële termen omlaaggaan.” Daarnaast hadden huiseigenaren het voordeel dat de huizenprijzen in de loop der jaren behoorlijk zijn gestegen.

Kool gaf na het bekijken van de website van wisselverlies verder aan dat de oprichters van de stichting de zaak eenzijdig benaderen, doordat ze alleen maar de bezittingen onder de loep leggen. „Ze vragen niet naar de schulden. Eigenlijk zou je naar de nettovermogenspositie moeten kijken.”

Benadeelden kunnen zich vanaf 12 mei ook aanmelden en steun betuigen. Als ze echt mee willen doen met de procedure, moeten ze 50 euro betalen. De initiatiefnemers zijn mr. A. ten Dam en C. Bakker. De eerste is eigenaar van een bedrijfsjuridisch- en incassobureau, de tweede noemt zich zelfstandig ondernemer. Hun advocaat, mr. P. van Eijk, richt zijn pijlen op de staat der Nederlanden. Hij roept burgers op massaal mee te doen, omdat dit een betere kans van slagen heeft. De initiatiefnemers eisen behalve de 50 euro deelnemerskosten ook 10 procent van het voor de deelnemer geïncasseerde wisselverlies.

Of de initiatiefnemers een kans van slagen hebben met hun actie durft Kool niet in te schatten. „Ik ben econoom en geen jurist. Maar als de minister van Financiën een wisselkoers vaststelt in overleg met De Nederlandsche Bank, houdt hij daarbij rekening met de gevolgen voor het land en zijn burgers.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer