Kerk & religie

De piano en het Evangelie

De vingers van Sam Rotman gaan strelend, dan weer hamerend over de glimmende toetsen van de piano. Beethoven, Debussy, Bartók. Zweet drupt op de grond. De joodse concertpianist grijpt zijn muzikale talent aan om over de hele wereld te vertellen hoe hij als jood christen werd.

4 May 2005 10:15Gewijzigd op 14 November 2020 02:31
VELP – De joodse concertpianist Sam Rotman reist de hele wereld rond om te vertellen hoe hij christen werd. Maandagavond was hij, op uitnodiging van Stichting Israël en de Bijbel, in Velp. „De joden wilden een politieke messias. Maar stel dat Hij hen h
VELP – De joodse concertpianist Sam Rotman reist de hele wereld rond om te vertellen hoe hij christen werd. Maandagavond was hij, op uitnodiging van Stichting Israël en de Bijbel, in Velp. „De joden wilden een politieke messias. Maar stel dat Hij hen h

Rotman is in Nederland op uitnodiging van Stichting Israël en de Bijbel. Deze week geeft hij concerten in Groningen, Doorn en Harderwijk. In het cultureel centrum Kunsthuis 13, in Velp, zitten zo’n vijftig mensen. Op de voorste rij een meisje met haar duim in de mond. Bijna achteraan een grijzende man met keppeltje.

In het zachtgele licht dat het podium omfloerst, speelt de Amerikaanse pianist. Geconcentreerd. Hij kent meer dan 1000 composities uit zijn hoofd. Voor iedere compositie licht hij kort zijn keuze toe. Zijn getuigenis volgt na ruim een uur spelen. Tien minuten spelen en daarna vertellen, vindt hij niet eerlijk tegenover het publiek, zo zegt hij later.

De concertpianist komt uit een orthodoxe familie. Zijn vader werd geboren in Roemenië, zijn moeder in Slowakije. Beiden vluchtten kort voor de Tweede Wereldoorlog naar Zuid-Amerika. Rotmans grootouders en overige familieleden kwamen om tijdens de holocaust.

Tijdens zijn studie aan The Juilliard School for Music, een conservatorium in New York, kreeg Rotman vragen van drie christelijke medestudenten. Over het Nieuwe Testament, over de Messias. „In deze periode kreeg ik in de gaten dat ik, zoals Jezus het beschreef, een slaaf van de zonde was.” De gedisciplineerde student, die gewoonlijk tien uur per dag studeerde, halveerde die tijd om het Nieuwe Testament te lezen. Kort daarna bad Rotman voor het eerst tot God in de naam van Jezus.

„Mijn vader was woest”, vertelt Rotman. „Hij vond dat ik mijn erfgoed had verkwanseld. Als hij bij mijn geboorte had geweten dat ik christen zou worden, zou hij me hebben vermoord, zei hij. Ik kreeg te horen dat ik het huis moest verlaten en nooit meer terug hoefde te komen.”

Vanaf het moment dat de jood christen werd, gaf hij klassieke concerten in kerken en op christelijke scholen. In 1997 sloten Rotman en zijn vrouw zich aan bij de Amerikaanse zendingsorganisatie UFM International als zendingswerkers met een speciale bediening. Twee keer per jaar reizen ze naar verschillende werelddelen. De Messiasbelijdende jood geeft concerten en daarbij zijn getuigenis. Daarnaast is hij voorganger van de Grace Church in zijn woonplaats Mesa in Arizona.

Na het concert en Rotmans verhaal is er ruimte voor vragen. De man met het keppeltje steekt vrijwel meteen zijn hand omhoog. Wie is Jezus als we kijken naar de thora? Rotman: „Hij kwam om alles waar de thora over spreekt, te vervullen. Het Nieuwe Testament haalt 300 keer gedeelten uit het Oude Testament aan.”

Dertienhonderd keer, verbetert de vraagsteller. En hij voegt daar meteen aan toe: Waarom noemt u Hem Jezus en niet Yeshua? „Of ik nu Samuël of Sam genoemd wordt”, reageert de concertpianist, „ik geef antwoord omdat ik het ben. In het aanroepen van Jezus of Yeshua gaat het om zijn Wezen, niet om Zijn naam.”

De discussie wordt in het Engels gevoerd. A. Esch van Stichting Israël en de Bijbel -hij fungeert als vertaler- krijgt er geen speld meer tussen. De rest van het publiek hoort toe.

Vindt Rotman dat hedendaagse christenen de inzettingen uit het Oude Testament behoren na te leven? Rotman vindt naar bijbels voorbeeld van niet. „Het eten van varkensvlees maakt mij niet tot een slecht mens. Mijn hart maakt mij slecht. Er hangt niets af van mijn godsdienstige daden.”

Maar, werpt de jood tegen, volgens een van de profeten kan iemand die varkensvlees eet niet het Koninkrijk binnengaan. De goedgemutste concertpianist gelooft hem niet. „Ik heb de Bijbel al wel veertig keer gelezen en zou dit niet weten? Laat mij dat gedeelte zien. Bewijs het maar.”

Terwijl de meeste concertgangers even later nog wat rond een kleine tafel met cd’s drentelen -Rotman zit erachter- krijgt de vragensteller een Bijbel in zijn handen gedrukt. Hij staat midden in de ruimte, bladert aandachtig. Dan schrijft hij iets op een briefje, geeft het aan de pianist en groet. Een discussie blijft uit.

Als de meeste bezoekers zijn verdwenen, zegt Rotman desgevraagd dat zijn geloof niet anders is dan dat van iemand die vanuit de heidenwereld christen is geworden. „Wellicht heb ik wel wat meer inzicht in joodse gebruiken zoals het Pascha.”

Maakt het voor hem geen verschil dat de joden het uitverkoren volk van God zijn? Rotman knikt bevestigend. „Ze nemen inderdaad een speciale plaats in. De Messias kwam voor de joden. Maar zij weigerden Hem aan te nemen. Ze zouden nog veel meer ontvangen als ze geloofden in de Zoon van God. De joden wilden een politieke messias. Maar stel dat Hij hen had verlost van de Romeinen, dan hadden ze opnieuw een messias nodig gehad voor de nazi’s. En voor de Palestijnen. Het grootste probleem zit echter aan de binnenkant. Dat is de zonde, de dood.”

Vindt hij het niet moeilijk om door andere joden bekritiseerd te worden? „Ik heb geen groot ego nodig”, zegt Rotman. „Het gaat erom dat Jezus de eer krijgt die Hem toekomt.”

In Guatemala kwam eens iemand naar de pianist toe die verrast was door Rotmans uitspraak dat hij meer houdt van Jezus dan van muziek. „Ik houd van muziek”, zei Rotman. „Maar muziek zal nooit een hart veranderen.”

De concertpianist vindt het doorgeven van de Boodschap belangrijker dan zijn pianospel. Vertellen is volgens hem de beste manier om het Evangelie van Jezus Christus door te geven. Rotman realiseert zich dat zijn talent hem grote kansen biedt. „Maar ook een loodgieter zou zijn werk voor Hem moeten doen. En een leraar zou voor Hem moeten lesgeven. In het Koninkrijk van God maakt dat geen verschil.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer