Onvrede blijft knagen over afscheid gulden
De Nederlandse gulden is te goedkoop ingeruild voor de euro. Volgens directeur H. Brouwer van De Nederlandsche Bank werd de gulden ondergewaardeerd. De koers werd in 1999 bepaald.
De invoering van de Europese munt heeft tot prijsstijgingen geleid, waarover burgers nog steeds klagen.
„We konden vaststellen dat de gulden 5 tot 10 procent was ondergewaardeerd tegenover de Duitse mark. Het is altijd heel moeilijk om een evenwichtskoers te bepalen, maar je mag wel zeggen dat de gulden ondergewaardeerd was”, zei Brouwer zaterdag in Het Parool. Hij zei dat opwaardering was uitgesloten. „Daar is nooit over gesproken. Het veranderen van een wisselkoers ligt ongelooflijk gevoelig.”
De onderwaardering van de gulden had nogal wat effecten op de economie. Een goedkope gulden trekt vraag aan en versterkt de concurrentiepositie. Er kwam geen revaluatie, maar in plaats daarvan stegen de lonen, de prijzen en nam de inflatie toe. Brouwer: „Nu de koers zich niet aanpaste, pasten de prijzen zich aan. Er kwam later wel een ander effect bij: doorschieten. Onze concurrentiepositie verslechterde sterk door te forse loonstijgingen.”
Minister Zalm van Financiën zei zondag in een reactie in het Radio 1 Journaal dat vooral de export eind jaren negentig van de goedkope gulden heeft geprofiteerd. Ook waren er gunstige effecten op de werkgelegenheid. Volgens Zalm zijn die prijsstijgingen niet alleen toe te schrijven aan de euro, al hebben Nederlandse burgers min of meer de rekening betaald van de eerdere onderwaardering. „De prijsstijging was al ingezet voor de euro”, aldus de minister.
Zalm was niet onder de indruk van de uitlating van de DNB-directeur. Hij noemde de onderwaardering van de gulden „oud nieuws.”