Nieuwe schikking inzake bouwfraude
Het kabinet is vrijdag akkoord gegaan met een nieuwe schikking tussen de overheid en de bouwondernemers over de boete die de aannemers moeten betalen wegens de bouwfraude.
Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen zien af van procedures bij de rechter voor schadevergoeding als brancheorganisatie Bouwend Nederland een bedrag van 73,5 miljoen euro betaalt.
Eerder werd overeenstemming bereikt over een bedrag van 65 miljoen euro, maar dat werd door het kabinet afgewezen als te weinig. Op aandrang van de Tweede Kamer werden vervolgens procedures bij de rechter opgeschort en werd er opnieuw onderhandeld.
Bouwend Nederland is verheugd met de schikking. „Het biedt ons de mogelijkheid een streep onder het verleden te zetten”, zei een woordvoerder. Hij sprak de hoop uit dat de Tweede Kamer de schikking overneemt.
Details over de nieuwe overeenkomst moeten de ministers Dekker van VROM en Peijs van Verkeer nog naar de Tweede Kamer sturen. Toch zijn CDA en VVD nu al positief over de schikking. „Direct doen”, zei VVD’er Hofstra vrijdag. Zijn CDA-collega Atsma noemde de schikking „keurig.”
PvdA’er Depla vindt 73,5 miljoen euro echter veel te weinig, omdat het kabinet zelf had geschat dat de schade door de bouwfraude zo’n 150 miljoen euro bedraagt. Depla vindt dat er nu vier of vijf proefprocedures moeten komen bij de rechter. Die kunnen uitwijzen wat wel een goed bedrag zou zijn voor de schadevergoeding.
In het eerder bereikte akkoord ging het om 50 miljoen euro vergoeding voor geleden schade en nog eens 15 miljoen euro voor een fonds om tot vernieuwing in de bouw te komen. Ook de nieuwe schikking van 73,5 miljoen omvat die reservering van 15 miljoen euro voor het fonds.
De overeenkomst omvat bouwondernemingen, maar niet de installatiebranche. Die sector ziet af van deelname aan dit nieuwe akkoord.