Dat zei het verbond vrijdagavond in een eerste reactie op het gisteren gepresenteerde plan van de bewindsman. De verzekeraars vinden dat hij zijn voorstel maar een jaar moet uitstellen. Met het voorliggende plan „kunnen wij geen marktwerking realiseren”, aldus het verbond.

Om concurrentie in het nieuwe WAO-stelsel tussen private verzekeraars en uitkeringsinstantie UWV mogelijk te maken, moeten werkgevers in 2006 van De Geus een extra premie van 0,3 procent van de loonsom betalen bij het verzekeren van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Werkgevers zijn in totaal niet meer aan premie kwijt, want tegenover de tijdelijke verhoging van de premiekosten staat een verlaging van de premie voor de publieke verzekering voor volledige arbeidsongeschiktheid.

Onder de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) blijft het verzekeren van volledige arbeidsongeschiktheid een publieke zaak. Werkgevers zijn vanaf 1 januari volgend jaar echter vrij om het risico voor gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid zelf te dragen, onder te brengen bij een private verzekeraar of bij het UWV.

De tijdelijke opslag van 0,3 procent op de premie is nodig omdat private verzekeraars eerst kapitaal moeten opbouwen om tien jaar lang de uitkeringen te kunnen betalen. Die kapitaalopbouw wordt bekostigd uit de premieverhoging. Het UWV, waarmee de private verzekeraars gaan concurreren, heeft al een flink reservekapitaal. De uitkeringsinstantie hoeft haar premies niet te verhogen om een buffer aan te leggen.

Op deze manier zouden bedrijven dus duurder uit zijn bij private verzekeraars. Om die ongelijke concurrentie uit te bannen, heeft De Geus besloten alle premies op te hogen. Hij volgt daarmee het advies van Kist, oud-directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. De minister is overigens niet van plan tegemoet te komen aan de kritiek van het Verbond van Verzekeraars.