Alleen genade
Als we in waarheid tot God komen om genade, zal de grootheid van onze zonden geen verhindering zijn om die te vergeven. Als het een verhindering was, zou David ze nooit gebruikt hebben als een pleitgrond voor vergeving, zoals hij in deze tekst doet.Wij behoren onze ellende te zien en gevoelig te zijn voor onze nood, die alleen door genade kan worden weggenomen. Zij die niet gevoelig zijn over hun ellende, kunnen niet waarlijk tot God opzien om genade. Het karakter van de goddelijk genade is immers de goedheid en genade van God jegens ellendigen. Zonder ellende in het voorwerp kan er geen genade aan bewezen worden. Medelijden zonder nood is een tegenstrijdigheid.
Daarom kunnen de mensen niet op zichzelf zien als geschikte voorwerpen voor genade, tenzij zij zich eerst als geschikte voorwerpen leren kennen. Ja, een mens moet gevoelen dat hij een kind des toorns is, dat de wet tegen hem is en dat hij aan de vloek der wet onderworpen is. Zij moeten er gevoelig voor zijn dat het zeer vreselijk is het voorwerp te zijn van Gods toorn en dat de schuld van de zonden hen ellendige schepselen maakt. Zij moeten weten dat zij zonder kracht zijn en voor eeuwig moeten omkomen. Tenzij God hen redt. Zij moeten beseffen dat zij boven de afgrond van eeuwige ellende hangen en dat zij daarin zullen vallen als God hun geen barmhartigheid bewijst.
J. Edwards, predikant te Northampton (Leerredenen over verscheidene stoffen, 1791)