Economie

Beursbezoeker bijt in plastic Boska-kaas

Waar gebeurd verhaal: beursbezoeker loopt Boska-stand binnen, pakt een blokje kaas, steekt dat in zijn mond en komt tot de conclusie dat hij op plastic bijt. „We kunnen mensen soms moeilijk overtuigen van het feit dat we echt geen kaas verkopen.”

29 April 2005 09:54Gewijzigd op 14 November 2020 02:30
BODEGRAVEN – De showroom van Boska in Bodegraven doet denken aan een kaasspeciaalzaak, maar schijn bedriegt: geen enkele kaas is echt. Het bedrijf is onder meer gespecialiseerd in het maken van zogenaamde dummy’s. Op de foto marketingmanager Eric Schult
BODEGRAVEN – De showroom van Boska in Bodegraven doet denken aan een kaasspeciaalzaak, maar schijn bedriegt: geen enkele kaas is echt. Het bedrijf is onder meer gespecialiseerd in het maken van zogenaamde dummy’s. Op de foto marketingmanager Eric Schult

In de showroom van Boska Holland in Bodegraven is de aandrang om op zijn minst even aan een blokje nepkaas te ruiken niet te weerstaan. Hetzelfde geldt voor een levensecht uitziende metworst. Daar zouden goede grappen mee uit te halen zijn. De schappen tegen de achterwand zijn gevuld met replica’s van kazen in soorten en maten, van bekende en minder bekende merken. Het verschil met het assortiment van een echte kaaswinkel is met het blote oog niet te zien.

Dat is de kracht van de Boska-dummy’s, vindt marketingmanager Eric Schulte. „Een ambachtelijke uitstraling doet veel. Volume is verkoop. Hoe voller de vitrine, des te beter de zaken draaien.” Daar zit hem nou juist het probleem van een kaasboer of slager: zij werken met bederfelijke waar die zich minder goed leent voor verspresentatie. Maar daar bieden de producten van Boska uitkomst. „Ik kan eigenlijk niets bedenken dat we niet kunnen namaken.”

Hij rekent voor dat de aanschaf van een dummy -bijna 20 euro per stuk- winstgevend kan zijn. „Een echte kaas kost al snel 80 euro. Tel maar uit wat het kost als je er daar veel van op voorraad hebt.” Het grote voordeel van een dummy is dat die vele jaren meegaat. „Er zijn zo’n 600 kaasmerken. Het komt vrij vaak voor dat de etiketten op de kazen veranderen. Dan is het een kwestie van de oude dummy schoonspuiten en die vervolgens van een nieuw etiket voorzien. Geen probleem.”

Meer dan honderd jaar geleden begon de overgrootvader van de huidige directeur Martijn Bos met de productie van kachels voor de vele kaaspakhuizen die Bodegraven en omgeving rijk waren. En nog steeds is. „Hier ligt de grootste kaasvoorraad ter wereld”, vertelt Sander Denneboom, manager verspresentatie. Het bedrijf van Willem Bos groeide, er kwam een ijzerwarenhandel bij en nog later een afdeling voor kaasgereedschappen. Innovatie was vanaf het begin een sleutelwoord. Zo werd de eerste kaasboor door Boska gemaakt.

„Bernard Vink is voor ons een belangrijke naam. Hij heeft veel uitvindingen op zijn naam staan”, aldus Denneboom. Vernuftige kaassnijapparaten bijvoorbeeld, waarbij niet een mes maar draden het werk doen. „Een Goudse kaas van 12 of 16 kilo is moeilijk te verwerken. Voorheen had je voor het hanteren van een kaasmes nogal wat spierballen nodig, maar wie wil er nou potige kerels in een kaaswinkel zien staan? Met onze Kaas-O-Maat is het ook voor een meisje van zestien een fluitje van een cent om zo’n brok kaas te versnijden.” Groot voordeel van draad ten opzichte van een mes is overigens de snee: die is kaarsrecht. „Dat lukt met een mes niet eens.”

Boska -een familiebedrijf met 26 medewerkers waar de vierde generatie inmiddels aan het roer staat- bedient niet alleen de zakelijke klant -in 62 landen- maar rekent de consument eveneens tot de doelgroep. „Als het iets met kaas te maken heeft, zijn wij in de markt”, vindt Schulte.

De kaasschaaf is een paradepaardje waar beide Boska-managers hele bomen over kunnen opzetten. Want er zijn kaasschaven en kaasschaven. Zoiets luistert nauw. Het staal hoort van het soort 18/10 te zijn. En het blad dient veerkrachtig te wezen. „Buig het blad in de winkel maar eens naar achteren. Blijft dat staan, hang ’m dan maar terug”, doceert Denneboom. Verder doet de manier waarop de steel aan het blad zit er terdege toe. En: „Hoe dunner de plak, des te beter de kaas smaakt.”

Wie denkt dat de van oorsprong Noorse vinding inmiddels wereldwijd bekend is, vergist zich. Denneboom: „In Engeland kennen ze het fenomeen kaasschaaf nauwelijks. Als we daar een beurs hebben, sta ik als een soort standwerker op de markt te werken. Drie schaven voor 10 pond. Prachtig.”

Ook in Nederland valt er over de kaasschaaf nog wel het een en ander te onderwijzen. „Veel mensen weten niet dat dat ding bot wordt. Dat kun je gemakkelijk testen door er, net als bij een schaats, met je nagel overheen te gaan. Blijft er schrapsel aan het mes zitten, dan is de schaaf scherp. Zo niet, dan moet je een nieuwe kopen. Tot ons verdriet gebeurt dat nog te weinig”, grapt hij.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer