Kerk & religie

„Gewone kon wel eens meest bijzondere zijn”

Ruim 25 jaar staat hij in de christelijke gereformeerde kerk van Rotterdam-Centrum. De kerk is van 400 leden gekrompen naar 120. Maar geen woord van klacht of pessimisme bij ds. J. Manni, die zondag met emeritaat gaat. „De gewone zegen van de wekelijkse woordverkondiging kon wel eens het meest bijzondere zijn.”

K. van der Zwaag
29 April 2005 08:47Gewijzigd op 14 November 2020 02:30
ROTTERDAM – Ds. J. Manni zal zondag afscheid nemen van de christelijke gereformeerde kerk in Rotterdam Centrum in verband met zijn emeritaat. Sinds 1978 is hij daar predikant. „We dachten niet dat het zo lang zou worden. Maar we voelden ons als vissen i
ROTTERDAM – Ds. J. Manni zal zondag afscheid nemen van de christelijke gereformeerde kerk in Rotterdam Centrum in verband met zijn emeritaat. Sinds 1978 is hij daar predikant. „We dachten niet dat het zo lang zou worden. Maar we voelden ons als vissen i

Ds. Manni zegt een stadsmens te zijn. Hij is geboren en getogen in Amsterdam, zijn vrouw is een echte Rotterdamse. Na zijn emeritaat blijft het echtpaar in Rotterdam-Schiebroek wonen. „We voelen ons hier thuis, in de kerk én in de stad.”

Jan Manni volgde aanvankelijk de opleiding voor radio-officier op de school van Radio Holland in Amsterdam. Tijdens zijn studie besloot hij de opleiding aan de (toen geheten) Theologische School van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Apeldoorn te volgen. „Roeping? Ja, ik zat tot over mijn oren in het kerkelijk jeugdwerk. Dat zal de aanleiding wel geweest zijn.”

Hij herinnert zich de studie als een „plezierige tijd.” „Met in totaal amper veertig studenten was het een relatief kleine club. Studenten moesten in die tijd in Apeldoorn wonen, wat de saamhorigheid versterkte. Er was wel verscheidenheid, maar we hadden toen nog één studentenvereniging. De hoogleraren waren als kerkelijke vaders, bij wie je thuis tentamens deed, in de serre of soms in de tuin als het lekker weer was. We komen als jaargenoten nog steeds elk jaar bij elkaar.”

Ds. Manni werd in 1967 predikant in Boskoop. Hij stond er nog niet zo lang, toen het deputaatschap voor zeevarenden hem wilde laten beroepen voor de zeevarenden. „Ze kenden mijn achtergrond. Ze wilden me niet overhalen, zeiden ze, maar alleen een situatieschets geven. Nou, dat was uiterst gevaarlijk”, lacht ds. Manni.

Hij vertrok in 1971 naar Amsterdam-West, vanwaar hij als koopvaardijpredikant naar Hamburg werd uitgezonden. Omdat het aantal ligdagen van schepen daar drastisch verminderde, werd de financiële situatie van het zeemanshuis onhoudbaar en werd ds. Manni weer in Nederland beroepbaar gesteld. Hij maakt overigens tot op heden deel uit van de Stichting Nederlandse Zeemanscentrale, die namens alle protestantse kerken de geestelijke en sociale belangen voor de zeevaart behartigt.

In 1973 verbond hij zich aan de gemeente van Assen. Vijf jaar later, in 1978, trok het gezin naar Rotterdam, om daar niet meer weg te gaan. „We dachten niet dat het zo lang zou worden. We voelden ons echter als vissen in het water, ook onze kinderen. Rotterdammers hebben hun hart op de tong, flappen er makkelijk wat uit. Dat doe ik ook, maar we weten wat we aan elkaar hebben.” De kerk aan de Noordsingel was eind jaren zeventig met 400 mensen goed gevuld; nu gaat het gewoonlijk om 100 mensen. De trek naar omringende gemeenten als Rotterdam-Alexanderpolder is daar mede verantwoordelijk voor geweest.

De gemeente van ds. Manni worstelt om ingang te krijgen in de eigen wijk. „Als kerk willen we meer openstaan voor de buurt, maar de praktijk blijft helaas dat er van buiten de kerk niet zomaar mensen komen. Wij werken mee met een lokaal radioprogramma, evangelisatiewerk via kinderwerk en het organiseren van ontmoetingsdiensten. Om naar buiten te treden, hebben we mensen nodig, maar het kader dat je nodig hebt, is verhuisd. Gelukkig blijven de laatste tijd steeds meer mensen die verhuisd zijn toch lid van de kerk in het centrum.”

In de dertig jaar is er in geestelijke zin eigenlijk niet zo veel veranderd, zegt ds. Manni. „Toen ik in Amsterdam op de fabriek werkte, waren er al veel mensen die absoluut niet wisten wat er in de kerk gebeurde. Rotterdam is misschien iets kerkelijker nog dan Amsterdam, maar grote verschillen zie ik niet. Wel waren er dertig jaar geleden veel meer ex-kerkleden die zich tegen hun kerkelijk verleden afzetten. De meeste mensen kunnen nu niets meer bij God en geloof voorstellen of ze zijn vriendelijk geïnteresseerd op hetzelfde niveau als bij de uitslag van een sportwedstrijd. Het klimaat is milder, officieel althans, maar niet minder onverschillig. Dat laatste vind ik zorgwekkend.”

Ds. Manni was een tijdlang voorzitter van de studie- en bezinningsgroep christelijke gereformeerde predikanten en theologen. „Helaas werden we vaak geëtiketteerd als de Amersfoortse groep, als iets verdachts. Daar hebben we ons niet over opgewonden. Wel ergerde het ons dat we iedereen uitnodigden, ook mensen die er anders over dachten, maar niet iedereen kwam. Het ging ons om openlijke discussie. Als je niet in openheid met elkaar spreekt, gaat het ondergronds wroeten en worden er mensen in kampen ingedeeld.”

De Rotterdamse predikant ziet als cruciale vraag voor deze tijd hoe het Evangelie kan blijven klinken. „De kerk moet werfkracht naar buiten hebben, dat is prima, maar we vergeten ook wel eens dat hele geslachten in de gewone prediking God hebben mogen ontmoeten en tot geloof zijn gekomen. Zo is het mij vergaan, mijn kinderen en vele anderen. Die zegen moeten we niet over het hoofd zien. Er is vaak een veel te grote hang naar het spectaculaire, maar het gewone kan wel eens het meest bijzondere van God zijn.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer