Onder druk van de Kamer zag Rutte af van zijn eis dat studenten niet langer dan 5,5 jaar voor het reguliere collegegeld mogen studeren. Verder had Rutte langzame studenten gedreigd met een collegegeld dat kon oplopen tot 4500 euro. Het reguliere collegegeld bedraagt bijna 1500 euro.

De bewindsman volgde de opvattingen van een grote meerderheid van de Kamer en ruim duizend demonstrerende studenten, die hem vòòr het debat hadden uitgejoeld. „Oprutte" klonk het op het Plein. Afgezien van de VVD vonden alle partijen dat studenten een half jaar langer moeten krijgen dan Rutte aanvankelijk had voorgesteld. Na het overleg met de Kamer zei Rutte dat zes jaar ook echt het maximum was voor hem. Had de Kamer zeven jaar gewild, dan zou hij zijn hele plan hebben ingetrokken.

Een meerderheid van CDA, PvdA en D66 toonde zich daarnaast voorstander van extra leerrechten voor gehandicapte studenten en studenten die naast hun studie bestuurlijke of maatschappelijke activiteiten ontplooien. Ook excellente studenten, die meer dan één studie tegelijk doen, zouden meer leerrechten moeten krijgen. Zij zouden dus meer dan zes jaar over hun studie kunnen doen, zonder daarvoor een hoger collegegeld te moeten betalen.

De Kamer legde zich neer bij Ruttes toezegging dat elke universiteit zelf mag vastellen wat ze doen voor een student die een zware bestuursfunctie heeft of zich op een andere manier verdienstelijk maakt. Extra leerrechten krijgt die student daar niet voor, maar bijvoorbeeld een beurs of een korting op het collegegeld. Rutte moet dit nog uitwerken.

De staatssecretaris zei ook sympathiek te staan tegenover het voorstel van CDA-kamerlid Joldersma om studenten die een jaar aan leerrechten overhouden, deze te laten behouden. Ze kunnen deze later verzilveren bij een universiteit of hogeschool. Maar dan krijgen de universiteiten geen vergoeding voor het bachelorsdiploma dat deze studenten behalen.

Alleen het kamerlid Visser (VVD) stelde zich pal op achter zijn partijgenoot Rutte. Gezien de gemiddelde tijd die studenten aan hun studie besteden, verzette Visser zich tegen een uitbreiding van de leerrechten. Visser becijferde de studietijd op twintig uur per week.

Als Visser zich op het Plein had vertoond, zou hij ongetwijfeld zijn uitgejoeld. Visser was de enige van de woordvoerders in de Kamer die niet op het podium kwam. De studenten hadden zich voorgenomen zich niet te laten inpakken door politiek Den Haag. Eén van hen vergeleek Rutte met ‘inpak-kunstenaar’ Christo. „Hij weet een slecht beleid goed te verpakken".

De organisatoren van de betoging, de Landelijke Studentenvakbond (LSVb), het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) en de Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvV), spraken na afloop van een succesvole actie. „Het is belangrijk dat wij onze stem laten horen, want wij zijn de toekomst van Nederland", riep voorzitter Madelein Hofmijster van het ISO de studenten toe.

Maar de toezeggingen van Rutte gingen haar nog niet ver genoeg. „De vlag kan nog niet uit. We zijn er nog niet”. Het ISO en de LSVb willen dat studenten nog meer leerrechten krijgen om goed door te kunnen stromen vanuit het hbo, om een tweede master te kunnen doen en ook voor bestuurswerk. LSVb-voorzitter Kim Toering noemt de toezeggingen van Rutte een goed begin. „Maar er valt nog veel te doen”.