„Veel mensen zoeken zin en heelheid”
„Het is opvallend hoeveel mensen op zoek zijn naar God, verlangen naar heelheid en zich opgenomen willen weten in Gods genade.” Dat zei drs. Ineke Bakker bij het openen van de Kerkendag, die als motto ”Uit op zin” had en ongeveer 5000 bezoekers trok.
De Raad van Kerken in Nederland, de Evangelische Alliantie, de vereniging van migrantenkerken SKIN en het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) organiseerden de Kerkendag - „een festival rond de Bijbel.” Eerdere edities van de Kerkendag hadden plaats in 1989 (Utrecht), 1992 (Amersfoort) en 1998 (Kampen). Deze laatste trok bijna 15.000 bezoekers. Toch toonde de organisatie zich zaterdag niet ontevreden.
Drs. Bakker, secretaris van de Raad van Kerken, stelde dat in deze tijd de Bijbel voor veel mensen een uiterst belangrijk boek is. „Of ze nu geloven dat het van kaft tot kaft Gods Woord is en een richtsnoer voor het leven, of dat ze het beschouwen als een spiritueel boek.” In de Bijbel kunnen we lezen hoe mensen Gods genade ervaren, door Jezus geroepen en door de Heilige Geest bewogen worden. Dit oude boek kan ons helpen zin te kennen en God te vinden.”
Naar aanleiding van het thema ”De Bijbel als inspiratiebron van de samenleving” was het motto waaronder Wim Deetman, Ine Voorham, Tineke Huizinga, Otto Ruff en Sijbolt Noorda met elkaar in discussie gingen.
Ze waren allen vol lof over de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV), die in het middelpunt stond tijdens de Kerkendag. Deetman: „In een grote stad, waar de secularisatie zich van alle kanten opdringt, kent niemand iets meer van het christelijke erfgoed. Een nieuwe vertaling zorgt dat je opnieuw de verhalen leest. Je kunt er onmiddellijk mee voor de dag komen, zonder eerst alle dingen uit te moeten leggen.”
Tineke Huizinga: „De vertrouwdheid van een bijbelvertaling sust je ook wel eens in slaap. Ik ben de Bijbel ineens anders gaan lezen.”
Ze las in de trein eens de geschiedenis van David in de NBV en kreeg een heel ander beeld van hem dan voorheen. „Een man met menselijke fouten, daar ben ik toen met mijn neus op gedrukt.”
In het programma ”maatschappelijk actief” stonden de thema’s vrede, veiligheid, migratie en integratie (naar de geschiedenis van Ruth en Naómi) rijk en arm centraal. In een bijbelacademie, even buiten de IJsselhallen gehouden, waren diverse workshops over bijbelgebruik, bijbelvertalen en bijbelwetenschap, met tientallen inleiders. Een jongerenprogramma gaf veel ruimte voor bands, theater en film. Op een informatiemarkt was, volgens het programmaboekje, „alles aanwezig wat er in Nederland gebeurt op het gebied van kerk, geloof, spiritualiteit en zingeving.”
Tijdens een ingelast debat over de paus zei dr. B. Plaisier, scriba van de Protestantse Kerk, dat tijdens het pontificaat van Johannes Paulus II de oecumene met de protestanten gestagneerd is. Hij heeft weinig verwachting voor de toekomst als de periode van Ratzinger alleen maar een vervolg is van wat geweest is. „Ratzinger staat bekend als de bewaker van de leer, maar we zitten nu in een andere situatie. Het pausschap is niet alleen een staan op de leer, maar betekent ook leiderschap en oecumene. Ik heb ook voor mezelf gebeden dat áls het pausschap iets heeft met de Geest, die Geest ook voor verrassingen zorgt.”
Pater Eduard Kimmen, secretaris-generaal van de Nederlandse kerkprovincie, ontkende dat de nieuwe paus alleen maar strikt orthodox is. „Ratzinger is geen man die doof is. Hij is ook niet antioecumenisch of een traditionalist. Hij komt over als een bescheiden mens. Hij is een aardige, en ik mag ook wel zeggen een vroom mens. Dit is een heilig mens!”
Een aantal kerkelijke leiders dacht na over de Bijbel en de toekomst. Gerard de Korte (hulpbisschop van Utrecht), Bas Plaisier (PKN), Ineke Bakker (Raad van Kerken), Wibren van den Burg (Remonstrantse Broederschap), Edward de Kam (Youth for Christ) en Rudi Polanen (SKIN) discussieerden over de rol die kerken moeten spelen in deze tijd.
Volgens dr. Plaisier zitten de kerken vaak te vast aan vaste vormen en is er te weinig ruimte voor experimenteren in de liturgie en aansluiting op de jongerencultuur. „De kerk moet meer aansluiten op wat er nu speelt.”
De Korte benadrukte dat de kerk weer missionaire gemeente moet zijn. Is het mogelijk om geloof meer op maat aan te bieden? vroeg presentator Leo Feijen. Als er geen mensen zijn die dat kunnen, moet je training en scholing aanbieden, vond Bakker. Het zou volgens haar verstandig zijn als de kerk allerlei „leuke bijbelcursussen” zou organiseren, omdat er door de komst van de NBV een hernieuwde interesse is in de Bijbel.
Jan Greven, oud-hoofdredacteur van Trouw, zei dat als de boodschap van de Bijbel niet aanspreekt, dan ook een nieuwe vertaling niet zal helpen. Als mensen in de kerken niets hebben met de christelijke traditie, moeten we een meer filosofische en antropologische insteek kiezen om over „transcendentie” te spreken.
Dr. Plaisier ziet hier weinig in. „Ik wil zeker maatwerk geven, maar het moet wel over de Bijbel gaan. Christus is voor mij de kern van de Bijbel. Je moet binnen de kerk de passie hebben om het Evangelie door te geven. Waarvoor heb je anders nog een kerk?”
Greven zag geen andere mogelijkheid om mensen bij de kerk te houden. Hij vroeg de aanwezigen wie er kinderen en kleinkinderen hadden die nog naar de kerk gaan. Slechts enkele vingers gingen de lucht in.