Na weken ondergedoken te hebben gezeten, kwam Pavkovic vrijdag onverwacht tevoorschijn, om meteen aan te kondigen dat hij zich wilde overgeven aan het tribunaal. Volgens de Servische regering zei Pavkovic na zich te hebben aangegeven bij de autoriteiten, dat hij naar Den Haag zou vertrekken als „een eervol soldaat, die zijn leven en eer aan zijn land heeft gewijd.” Pavkovic is door het tribunaal aangeklaagd voor het plegen van oorlogsmisdaden in de strijd tegen Albanese separatisten in Kosovo in 1998-99.

Volgens de Servische regering is de overgave van Pavkovic „een morele en patriottische daad, in het belang van de natie en de staat.” Belgrado, dat toenadering zoekt tot het Westen, staat onder druk om beter samen te werken met het VN-hof in Den Haag.

De generaal buiten dienst vertrekt maandag naar Den Haag, begeleid door een minister en een arts.

De aanklagers van het tribunaal hebben hun aanklacht tegen de Bosnische Serviër Goran Borovnica ingetrokken. Zij voegden bij hun motie van 14 april papieren waaruit blijkt dat de gedaagde voor het laatst levend werd gezien in maart 1995. De autoriteiten verklaarden hem officieel dood op 22 november 1996.

Er is geen rechtsgrond om het Milosevic-proces in afwezigheid van de verdachte voort te zetten, als de ex-president van Joegoslavië ziek is. Dit schrijven de opgedrongen advocaten van de ex-president, Steven Kay en Gillian Higgins, in een pleitnota die de griffie van het Joegoslavië-tribunaal gisteren publiceerde.

De twee Britse juristen analyseren in de nota zowel de statuten van internationale hoven als landelijke regelingen, zoals bijvoorbeeld in Nederland. Kay en Higgins komen tot de conclusie dat het Milosevic-proces alleen in afwezigheid van de verdachte mag worden voortgezet als deze daarmee instemt of als hij zich schuldig maakt aan „obstructionisme.”