Met pruik en plaksnor door het land
Zijn Hongaarse vrouw moest er hard om lachen. Met pruik, hoed en plaksnor reisde kamerlid Geert Wilders vorig jaar door het land. In een woensdag verschenen boek verhaalt hij van persoonlijke ongemakken en politieke venijnigheden.
Wie de uitgever is van ”Kies voor vrijheid” moet geheim blijven. Om veiligheidsredenen, zo verklaarde Wilders dinsdagavond bij de presentatie van zijn boek in tv-programma Het Elfde Uur van EO-directeur Andries Knevel. De uitgever wil zich graag besparen wat het onafhankelijke kamerlid overkomt sinds hij meermalen met de dood is bedreigd.
Wilders krijgt binnenkort een beveiligde woning, maar woont intussen alweer enkele maanden in Kamp Zeist. D66-minister Brinkhorst mag het misschien niet geloven, maar zijn woon- en slaapverblijf zijn heus voorzien van getraliede ramen. Met zelfgemaakte foto’s levert Wilders het bewijs. „Ik heb me nooit zo gerealiseerd wat het is om vooral de hele tijd alleen met kunstlicht te leven”, schrijft hij. „Het deprimeert je.”
Al helemaal gewend is hij aan de permanente aanwezigheid van bodyguards om hem te beschermen. Ze volgen hem overal. Zelfs naar de Hongaarse hoofdstad Boedapest, waar Wilders de kerstdagen doorbracht bij zijn schoonfamilie. In het gastvrije land kregen de kleerkasten gewoon een plekje aan de dinertafel. Dat gaf een „heel surrealistisch beeld.”
Soms moesten ze zelfs in actie komen. Toen op een zondagmorgen in een kazerne ergens het brandalarm afging, sprong er één pardoes onder de douche vandaan met enkel zijn mitrailleur op het dak. Klaar voor de strijd, maar wel poedelnaakt.
In de periode kort na de moord op filmmaker Theo van Gogh werd Wilders door zijn beveiligers van hot naar her gesleept. Met zijn echtgenote sliep hij enkele nachten in een ruimte zonder verwarming en water. Soms kon hij terecht in een gewone woonwijk, maar dan wel incognito. „Dan moest ik in de auto mijn vermomming op orde maken. Je lippen vol met aceton van de opgeplakte snor. Een donkerbruine pruik op die speciaal voor mijn grote hoofd was gemaakt, een bril op en ten slotte ook een hoed.”
Behalve dat hij zijn lezers meeneemt in de wondere wereld van een bedreigd bestaan, rekent Wilders af met zijn langdurige VVD-verleden. Over oud-partijleider Dijkstal zegt hij: „Zelden een politicus zo incompetent zien functioneren.” Van de hele VVD-fractie beweert hij dat er nauwelijks historisch besef in aanwezig is. „Ze staan je als een schaap aan te kijken als je iets verder teruggaat dan het WK voetbal 1987.”
Vice-premier Zalm wordt aan de kant gezet als een gemene machtspoliticus. Wilders verhaalt hoe de bewindsman hem bij zijn breuk met de VVD knipogend een blad papier in handen duwde. Daarop stond een oud artikel waarin fractieleider Van Aartsen zich uitsprak tegen toetreding van Turkije tot de Europese Unie. Precies het standpunt dat Wilders van Van Aartsen niet mocht huldigen.
„Ik was verbouwereerd”, schrijft Wilders. „Zelfs op zo’n moment leek Zalm Van Aartsen nog een hak te willen zetten.” Bij de persconferentie na zijn vertrek bij de VVD heeft Wilders het stuk niet willen gebruiken. In zijn boek tekent hij aan dat dat „te goedkoop” zou zijn.
Zijn nieuwe politieke beweging staat in de steigers, meldt het kamerlid nog. Hij heeft zeker tien personen op het oog. „Maar zolang de veiligheidsomstandigheden minder florissant zijn, blijven hun namen voor het grote publiek ongewis.” Een LPF II zal het niet worden, wel een partij van gewone mensen. Geen types als minister Donner. „Ik vind het belangrijker dat ze in normaal Nederlands in gesprek zijn en blijven met de mensen bij hen in de straat.”