Kerk & religieKerkgeschiedenis

Hermanus Teering en zijn driewerelddelenpreek

Hermanus Teering, een vergeten predikant in Oost-Indië. Van hem bleef een merkwaardige preek –alleen in handschrift– bekend, die hij in maar liefst drie werelddelen heeft gehouden.

Dr. Henk Florijn
11 December 2025 15:57Leestijd 5 minuten
Ets in zwart-wit van een groot kerkgebouw. Op de voorgrond een rivier met een bootje erin en een rij bomen langs de rivier.
De Grote Hollandsche Kerk in Batavia. beeld Rijksmuseum Amsterdam

Hermanus Teering werd op 3 januari 1750 in Ridderkerk geboren, de plaats waar zijn vader Lambertus predikant was. De zoon studeerde theologie te Leiden en werd in 1772 proponent. Om in de gemeenten zijn gaven te laten horen, moest hij voorgaan en vandaar dat hij een preek uitschreef over Johannes 11:25: „Ik ben de Opstanding en het Leven; die in Mij gelooft, zal leven, al ware hij ook gestorven.” Een hoogst belangrijk onderwerp vond hij, want: „Buiten Christus’ opstanding is de prediking van het heerlijk Evangelie maar ijdel, ijdel ons geloof; onze hoop is dan ijdel, ijdel onze troost in wereldse benauwdheden.”

De eerste gemeente waarin hij de preek uitsprak, was die van Uithoorn. Onder meer zei hij: „De Heere Jezus wil door ”het Leven” zeggen: Ik ben het eeuwige leven. Buiten Mij is geen oneindig of zalig goed te wachten. Ik ben de bezitter en uitdeler van een eeuwige gelukzaligheid. Ik heb de sleutels van hel en dood, de ketenen van de eeuwige afgrond. Ik ontsluit voor Mijn keurlingen de hemelse paleizen en voor Mijn vijanden en Mijn haters sluit Ik dezelve toe.”

Teering deed dienst als scheepspredikant en stond zieken en stervenden op het schip bij

Hij vestigde er de aandacht mee op zich en er volgde een beroep, niet voor een Nederlandse gemeente, maar voor Oost-Indië. Hermanus nam het aan en werd bevestigd als predikant voor de overzeese kolonie.

Zeereis

Met het spiegelretourschip Jonge Lieve vertrok de nieuwe predikant op 12 mei 1772 vanaf Texel. Europa zou hij nooit meer terugzien. Hij deed tijdens de zeereis dienst als scheepspredikant en stond de zieken en de stervenden op het schip bij. Ook diende hij te preken, tenminste wanneer weer, wind en de bemanning dat toelieten. Want veel ruige zeelieden lieten de dominee maar al te vaak niet aan het woord.

Of Hermanus zijn preek –die hij meegenomen had– tijdens deze zeereis heeft uitgesproken, is niet bekend.

Op 17 september werd Kaap de Goede Hoop aangedaan. Zeker is dat hij daar in de kerk is voorgegaan en daarvoor was zijn handgeschreven preek bij uitstek geschikt.

De reis ging verder; ook Afrika werd verlaten, de Jonge Lieve moest naar Batavia. Drie dagen nadat deze hoofdstad van de kolonies bereikt was, op 31 januari 1773, preekte Hermanus al in de Grote Hollandse Kerk aldaar. De bestuurders bleken tevreden over zijn dienst en op 16 maart besloten ze om hem in Batavia te houden. Een besluit waarin de kerkenraad overigens niet werd gekend. VOC-predikanten hadden maar te gehoorzamen aan de plaatselijke overheid.

Hermanus was bij aankomst nog vrijgezel. Niet lang meer, want op 15 mei ging hij in ondertrouw met Geertruida Oldenzeel, afkomstig uit Waalwijk.

Batavia

In Batavia preekte Hermanus Teering in de Grote Hollandse Kerk, die tot ongeveer 1800 heeft dienstgedaan. Kerkdiensten golden destijds als hoogtepunten in het Bataviase leven. Dan konden de gemeenteleden zich laten zien, gekleed naar de laatste mode en behangen met de duurste juwelen.

Tijdens de dienst in Batavia werden door de kerkgangers nieuwtjes uitgewisseld

Het viel voor een predikant gewoonlijk niet mee om zich verstaanbaar te maken. Niet alleen maakten de slaven buiten veel lawaai, ook werden tijdens de dienst door de kerkgangers nieuwtjes uitgewisseld.

Hermanus Teering heeft tot 12 december 1775 de gemeente gediend. Op 8 december preekte hij nog over Amos 4:12: „Zo schik u, o Israël, om uw God te ontmoeten.” De dag erna werd hij ziek. Zijn ambtgenoot Theodorus Vermeer, die een van de twee uit Oost-Indië bewaarde lijkpreken op ambtgenoten zou houden, schreef dat hij Teering op dinsdag 12 december voor het laatst had bezocht. De zieke zei toen: „Mijn lieve broeder! ’t Is vandaag mijn sterfdag, nog op deze dag zal ik in de eeuwigheid zijn, de doodskoude is mij reeds overvallen.”

Geen boodschap?

De preek, door Hermanus Teering uitgeschreven en in Europa, Afrika en Azië gehouden, bleef dus bewaard. Opvallend is dat deze leerrede in drie werelddelen ook is verstaan. Natuurlijk betrof dat alleen de Nederlanders die daar woonden; de autochtone bevolking heeft er niets aan gehad. Helaas. En dat toont opnieuw aan hoe gebrekkig de verkondiging van het Evangelie aan de oorspronkelijke bevolking in de koloniën was in de achttiende eeuw. Teering en zijn ambtgenoten hadden eigenlijk geen boodschap aan de oorspronkelijke bewoners van de kolonies.

Oud papierfragment met daarop krullerige, zwarte letters.
De driewerelddelenpreek van Hermanus Teering. beeld Henk Florijn

Volgens zijn lijkredenaar Theodoor Vermeer had Hermanus grote gaven: „Hoe treffend, hoe doordringend, hoe roerend was zijn prediking.” Verder: „Hoe teder, hoe zieluitlokkend, hoe roerend stelde hij u de verzoeningsweg door Christus’ bloed voor, en bad u, alsof God door hem bade, gij zoudt u met God laten verzoenen. Hoe ontzaglijk donderde hij niet tegen uw heersende gebreken.”

Is er vrucht geweest op Teerings preek? We weten het niet. Wat wel geldt, is Jesaja 55:11: „Alzo zal Mijn woord, dat uit Mijn mond uitgaat, ook zijn, het zal niet ledig tot Mij wederkeren; maar het zal doen hetgeen dat Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen waartoe Ik het zend.”