De ”gevangene van de maand april” werd op 27 februari in de Oost-Indiase deelstaat Orissa overvallen door negen hindoes, die de 35-jarige Kumar wilden doden. De toegesnelde politie arresteerde echter niet de overvallers, maar nam Kumar in hechtenis wegens vermeende missionaire activiteiten.

De evangelist was onderweg naar een hindoe die Kumar had gevraagd met hem te bidden. Toetreding tot het christendom of het boeddhisme is in de uitgesproken hindoeïstische deelstaat streng verboden.

Na zijn arrestatie is Kumar volgens bronnen door de politie geslagen. De advocaat van de evangelist heeft op 14 maart het hoogste gerechtshof in de Indiase deelstaat Orissa gevraagd de aanklacht op te heffen en de gang van zaken door een onafhankelijke commissie te laten onderzoeken. Naast de evangelist is ook de Indiër Dasarathi Behera, naar wie Kumar op weg was, door de autoriteiten gevangengenomen.

De IGFM roept ertoe op een brief te schrijven aan de Indiase president Abdul Kalam om hem te vragen zich in te zetten voor de positie van de twee gevangenen.